Im ersten Klagegrund werde angeführt, dass der angefochtene Artikel 133 Artikel 24 5 der Verfassung verletze, indem er bestimme, dass die Flämische Regierung die Übereinstimmung mit dem Amt eines Dozenten jenen Personalmitgliedern vorbehalten müsse, die über einen grossen künstlerischen Ruf verfügen würden.
In het eerste middel wordt aangevoerd dat het bestreden artikel 133 een schending inhoudt van artikel 24, 5, van de Grondwet, doordat die bepaling stelt dat de Vlaamse Regering de concordantie tot docent dient voor te behouden aan de personeelsleden die over een ruime artistieke faam beschikken.