Stellt das Fehlen - in Artikel 14 § 1 des Gesetzes vom 26. Mai 2002 über das Recht auf soziale Eingliederung - einer Kategorie von Berechtigten des Eingliederungseinkommens, die die Situation zwischen derjenigen einer ' Person, die mit einer oder mehreren Personen zusammenwohnt ' und derjenigen von ' Alleinstehenden ' erfasst, einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung dar?
Is de ontstentenis - in artikel 14, § 1, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie - van een categorie gerechtigden op leefloon, die de situatie benadert tussen deze van een ' persoon die met één of meerdere personen samenwoont ' en deze van een ' alleenstaande persoon ', een schending van artikel 10 en 11 van de Grondwet ?