Traduction de «abzug dividenden als endgültig besteuerte einkünfte » (Allemand → Néerlandais) :

Das Ziel des fraglichen Artikels 192 des EStGB 1992 besteht darin, analog zum Abzug für definitiv besteuerte Einkünfte (nachstehend: DBE) eine wirtschaftliche Doppelbesteuerung zu vermeiden in dem Fall, dass eine Gesellschaft ihre Gewinne nicht als Dividenden auszahlt, sondern den Rücklagen zuführt.
De doelstelling van het in het geding zijnde artikel 192 van het WIB 1992 bestaat erin om, naar analogie met de aftrek voor de definitief belaste inkomsten (hierna : DBI), een economisch dubbele belasting te vermijden voor het geval waarin een vennootschap haar winsten niet als dividend uitkeert, maar reserveert.

Aggressive Steuerplanung tritt in zahlreichen Formen auf und führt unter anderem zu doppeltem Abzug (d. h. Abzug der gleichen Verluste im Herkunftsland und im Wohnsitzland) und doppelter Nichtbesteuerung (d. h., Einkünfte werden in dem Land, in dem sie erzielt wurden, nicht besteuert, sind aber auch im Wohnsitzland steuerbefreit).
Agressieve fiscale planning neemt vele vormen aan, en de gevolgen daarvan zijn onder andere dubbele aftrek (waarbij bijvoorbeeld hetzelfde verlies zowel in het land van herkomst als van vestiging wordt afgetrokken) en dubbele niet-belasting (bijvoorbeeld inkomsten die niet worden belast in het land waar ze worden verdiend en die vrijgesteld zijn in het land van vestiging).

« Es werden Anpassungen zu diesen Ausnahmen [von der Voraussetzung der Mindestbeteiligung] vorgenommen, und zwar gleichzeitig mit den Änderungen der Modalitäten zur Festlegung einer Beteiligung im Hinblick auf den Abzug der Dividenden als endgültig besteuerte Einkünfte».
« Er worden aanpassingen aangebracht aan deze uitzonderingen [op de voorwaarde van minimale deelneming] tezamen met die wijzigingen aangebracht aan de modaliteiten inzake de vaststelling van een deelneming met het oog op aftrek van dividenden als DBI».

Der Hof wird durch die Verweisungsentscheidung zu dem Behandlungsunterschied befragt, den der obenerwähnte Artikel 198 Absatz 1 Nr. 10 zwischen zwei Kategorien von Gesellschaften einführe, die einerseits Dividenden erhielten, die - in Anwendung der Artikel 202 bis 205 des Einkommensteuergesetzbuches - nicht als endgültig besteuerte Einkünfte abzugsfähig sein würden und die von Aktien stammten, die sie nicht während eines ununterbrochenen Zeitraums von wenigstens einem Jahr besessen hätten, und die andererseits Anleihezinsen zahlen müssten, die sie als Berufskosten abziehen möchten.
In de verwijzingsbeslissing wordt het Hof ondervraagd over het verschil in behandeling dat het voormelde artikel 198, eerste lid, 10°, zou invoeren tussen twee categorieën van vennootschappen die, enerzijds, dividenden ontvangen die - met toepassing van de artikelen 202 tot 205 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen - niet als definitief belaste inkomsten zullen worden afgetrokken en die voortkomen uit aandelen die zij niet gedurende een ononderbroken periode van minstens een jaar hebben behouden, en die, anderzijds, leningsinteresten moeten betalen die zij als beroepskosten wensen af te trekken.

Diese Bestimmung ist mit der Regel der Immunität der auf Aktien erzielten Mehrwerte, deren Einkünfte als endgültig besteuerte Einkünfte abzugsfähig sind, eine der Massnahmen mit dem Ziel, « allgemein und symmetrisch eine Ausklammerung des mit Aktien oder Anteilen eingegangenen Risikos aus der Steuer einzuführen », wobei die « Ausklammerung aus der Steuer durch Nichtabzug der Wertminderungen » als logisches Gegenstück der « Ausklammerung der Mehrwerte durch Nichtbesteuerung » dargestellt wurde (ebenda, SS. 12 und 18).
Die bepaling is, samen met de regel van de vrijstelling van de meerwaarden gerealiseerd op aandelen waarvan de inkomsten als definitief belaste inkomsten aftrekbaar zijn, een van de maatregelen die ertoe strekken « op een algemene en symmetrische wijze [te voorzien] in een defiscalisatie voor het risico dat verbonden is aan aandelen of delen », waarbij de « defiscalisatie [.] door niet-aftrek van de [.] minderwaarden » wordt voorgesteld als de logische tegenhanger van de « defiscalisatie van de meerwaarden door niet-heffing » (ibid., pp. 12 en 18).

« Die Finanzanlagen können aufgrund von Artikel 9 des Gesetzesentwurfs als endgültig besteuerte Einkünfte abgezogen werden, auch wenn die Aktien oder Anteile von Kreditanstalten und Versicherungsunternehmen gehalten werden, die ein anderes Buchführungssystem anwenden.
« de financiële vaste activa krachtens artikel 9 van het wetsontwerp kunnen worden afgetrokken als definitief belaste inkomsten, ook als de aandelen in het bezit zijn van kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen, die nochtans een ander boekhoudkundig stelsel hanteren.