Die Mitgliedstaaten tragen dafür Sorge, dass im Rahmen ihrer Abkommen mit benachbarten Drittländern nach Artikel 14 das Drittland Personen, die nach dem Gemeinschaftsrecht Freizügigkeit genießen, sowie rechtmäßig im Grenzgebiet eines Mitgliedstaats ansässigen Drittstaatsangehörigen zumindest eine vergleichbare Behandlung gewährt.
In het kader van de in artikel 14 bedoelde overeenkomsten die zij met aangrenzende derde landen sluiten, zien de lidstaten erop toe dat het betrokken derde land op zijn minst een vergelijkbare behandeling toekent aan personen die onder het Gemeenschapsrecht inzake vrij verkeer vallen en aan onderdanen van derde landen die legaal in het grensgebied van een lidstaat verblijven.