Vertaling van "Unternehmen Ausbildung durch Arbeit " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Unternehmen für die Ausbildung durch Arbeit | UAA [Abbr.]
bedrijf voor vorming door arbeid

UAA (élément) | Unternehmen für die Ausbildung durch Arbeit (élément)
Bedrijf voor vorming door arbeid (élément)

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Zuschüsse an die ÖSHZ, die Ausbildungen durch Arbeit (EFT -"Betrieb-Ausbildung-Arbeit", OISP -"Einrichtungen für sozial-berufliche Eingliederung") organisieren. Zuschüsse zur Finanzierung der Betriebskosten der Kompetenzzentren.
Subsidies aan de OCMW's die vormingen via tewerkstelling organiseren (EFT, OISP).

11 - Abänderung des Dekrets vom 16. Dezember 1991 über die Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen Art. 35 - Artikel 16 des Dekrets vom 16. Dezember 1991 über die Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, abgeändert durch die Dekrete vom 14. Februar 2000, 17. Mai 2004, 27. Juni 2011 und 16. Januar 2012, wird um die folgenden Nummern 16 und 17 ergänzt: "16. Prämien an Arbeitgeber und Auszubildende im Rahmen von Systemen der dualen Ausbildung zu gewähren und zu verwalten; 17. die Anerkennung von Mentoren im Hinblick auf die in Artikel 347bis des Programmgesetzes (I) vom 24. Dezember 2002 erwähnte Zielgruppenermäßigung vorzunehmen".
11 - Wijziging van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de Middenstand en de KMO's Art. 35 - Artikel 16 van het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de KMO's, gewijzigd bij de decreten van 14 februari 2000, 17 mei 2004, 27 juni 2011 en 16 januari 2012, wordt aangevuld met de bepalingen onder 16° en 17°, luidende: "16° in het kader van de duale opleiding premies toe te kennen aan werkgevers en leerlingen en die premies te beheren; 17° mentoren te erkennen met het oog op de doelgroepvermindering vermeld in artikel 347bis van programmawet (I) van 24 december 2002".

22. spricht sich entschieden gegen die starken Ausgabenkürzungen der meisten Mitgliedstaaten im Bildungsbereich aus sowie gegen den steten Anstieg der Studiengebühren, der zu einer stark steigenden Zahl von Studenten führt, die in prekären Verhältnissen leben, verschuldet sind und ihre Ausbildung durch Arbeit finanzieren müssen; weist darauf hin, dass Ausgaben für die Bildung Investitionen in die Zukunft sind und ihre Streichung mittel- oder langfristig erhebliche Folgen haben könnte; betont, dass die finanzielle Unterstützung der Hochschuleinrichtungen zuallererst durch ausreichende öffentliche Mittelzuweisungen erfolgen und zugleich ihre Autonomie sichergestellt werden muss;
22. verzet zich fel tegen de grote bezuinigingen op de onderwijsbegroting door diverse lidstaten alsmede tegen de constante verhoging van het schoolgeld, die resulteert in een massale toename van het aantal studenten met schulden, wier situatie precair is en die betaald werk moeten hebben om hun studie te kunnen bekostigen; herinnert eraan dat onderwijsbegrotingen investeringen zijn in de toekomst en dat het opofferen ervan grote gevolgen kan hebben op de langere termijn; benadrukt dat universiteiten financieel moeten worden gesteund, eerst en vooral met toereikende overheidsmiddelen, terwijl tegelijkertijd de autonomie van deze instellingen wordt gegarandeerd;

9. JUNI 2016 - Erlaß der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung vom 28. April 2016 zur Bestellung der Mitglieder des Verwaltungsrates des Instituts für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Aufgrund des Dekrets vom 16. Dezember 1991 über die Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, Artikel 18 § 1, abgeändert durch das Dekret vom 16. Januar 2012; Aufgrund des Erlasses der Regierung vom 28. April 2016 zur Bestellung der Mitglieder des Verwaltungsrates des Instituts für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen; Aufgrund des Vorschlags der Verwaltungsratsmitglieder des Instituts für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen vom 18. Mai 2016; Auf Vorschlag des für die Ausbildung zuständigen Ministers;
9 JUNI 2016. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 28 april 2016 tot aanwijzing van de leden van de raad van bestuur van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, artikel 18, § 1, gewijzigd bij het decreet van 16 januari 2012; Gelet op het besluit van de Regering van 28 april 2016 tot aanwijzing van de leden van de raad van bestuur van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s; Gelet op de voordracht van de leden van de raad van bestuur van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, gedaan op 18 mei 2016; Op de voordracht van de minister bevoegd voor Opleiding;

Zulassungsbedingungen: 1. Am Tag des Anmeldeschlusses müssen Sie Inhaber eines der folgenden Diplome oder Zeugnisse sein, das in einer Sektion, die dem Sektor Bauwesen (Bau, Holz, Rohbau, Bauausrüstung, Baufertigstellung, Vermesser-Kostenplaner, Schreinerei) oder dem Sektor Elektrizität, Elektronik, Elektromechanik, Mechanik oder Automation angehört, ausgestellt wurde: |b2 Zeugnis der Oberstufe des Sekundarschulwesens oder Bescheinigung über den erfolgreichen Abschluss des sechsten Jahres des Sekundarschulwesens oder den Befähigungsnachweis dieses sechsten Jahres |b2 Diplom oder Befähigungsnachweis des sozialen Fortbildungsunterrichts der Oberstufe des Sekundarschulwesens, Diplom des Unterrichts der Oberstufe des Sekundarschulwesens, das nach mindestens 750 Unterrichtsstunden ausgestellt wurde Berufsausbildungszeugnis, ausgestellt durch das Wallonische Amt für Berufsbildung und Arbeitsbeschaffung, Bruxelles-Formation, das Institut für ständige Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, das Wallonische Institut für alternierende Weiterbildung und für die Weiterbildung der Selbstständigen und in kleinen und mittleren Unternehmen, die Wallonische Region, das VDAB, das Arbeitsamt der Deutschsprachigen Gemeinschaft, die Armee oder durch ein Zentrum für Aus- und Weiterbildung des Mittelstandes oder den Gemeinschaftlichen Fonds für die soziale und berufliche Wiedereingliederung der Behinderten, oder Befähigungsnachweis, ausgestellt im Rahmen der Gesetzgebung über die Ausbildung von Lehrlingen in der Industrie, oder Abschlusszeugnis der Unterstufe des Sekundarschulwesens, unter der Bedingung, dass die Träger dieser Studien- oder Ausbildungsnachweise ebenfalls Inhaber eines der Studiennachweise sind, die Zugang zu den Stellen allgemeiner Qualifikation der Stufe C verleihen.
Toelaatbaarheidsvereisten: 1. Vereiste diploma's op de uiterste inschrijvingsdatum: Houder van één van de volgende diploma's of getuigschriften uitgereikt in een afdeling die behoort tot de bouwsector (bouw, hout, ruwbouw, bouwuitrusting, bouwvoltooiing, opmeter-kostenplanner, schrijnwerkerij) of de sector elektriciteit, electronica, electromechanica, mechanica of automatisering.

26. NOVEMBER 2015 - Erlaß der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 21. März 2002 zur Bezuschussung von Personal- und Funktionskosten in der Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Aufgrund des Dekrets vom 16. Dezember 1991 über die Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, Artikel 38, abgeändert durch das Dekret vom 14. Februar 2000; Aufgrund des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 21. März 2002 zur Bezuschussung von Personal- und Funktionskosten in der Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen; Aufgrund des Gutachtens des Institutes für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen vom 18. November 2015; Aufgrund des Gutachtens des Finanzinspektors vom 23. November 2015; Aufgrund des Einverständnisses des Ministerpräsidenten, zuständig für den Haushalt, vom 26. November 2015; Aufgrund der koordinierten Gesetze über den Staatsrat vom 12. Januar 1973, Artikel 3 § 1; Aufgrund der Dringlichkeit; In der Erwägung, dass die Dringlichkeit dadurch begründet ist, dass die Durchführung der Grundausbildungen wegen finanzieller Engpässe der Zentren gefährdet ist und die Verabschiedung des vorliegenden Erlasses daher keinen Aufschub mehr duldet; Auf Vorschlag des für die Ausbildung zuständigen Ministers;
26 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, artikel 38, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2000; Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s; Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, gegeven op 18 november 2015; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 november 2015; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 26 november 2015; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat de uitvoering van de basisopleidingen door financiële problemen bij de zawm's op de helling komen te staan en dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen; Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Opleiding;

19. stellt fest, dass Sozialinvestitionen zugunsten junger Menschen vielfältige Formen annehmen können, einschließlich des Aufbaus von Partnerschaften zwischen Schulen, Ausbildungszentren und lokalen und regionalen Unternehmen; Angeboten an gezielten Schulungs- und hochwertigen Praktikumsprogrammen für Jugendliche, Ausbildungsprogrammen in Zusammenarbeit mit Unternehmen, Patenschaften durch erfahrene Arbeitnehmer im Hinblick auf die Einstellung und Schulung junger Menschen direkt am Arbeitsplatz oder einen besseren Übergang von der Ausbildung zur Berufstätigkeit, der Ermutigung junger Menschen dazu, sich gesellschaftlich zu engagieren, und der Förderung der Mobilität auf regionaler, europäischer und internationaler Ebene durch weitere Fortschritte im Hinblick auf die gegenseitige Anerkennung von Qualifikationen und Fertigkeiten; betont darüber hinaus, dass Sozialinvestitionen Hand in Hand gehen können mit wirksamen Anreizen, wie Beschäftigungsbeihilfen oder Versicherungszuschüssen für Jugendliche, in deren Rahmen menschenwürdige Arbeits- und Lebensbedingungen gewährleistet werden, um öffentliche und private Arbeitgeber zu ermutigen, junge Menschen einzustellen, in die Schaffung hochwertiger Arbeitsplätze für junge Menschen und in deren kontinuierliche Weiterbildung und die Verbesserung ihrer Fähigkeiten während der Beschäftigung zu investieren sowie das Unternehmertum unter jungen Menschen zu fördern;
19. wijst erop dat sociale investeringen in jongeren allerlei vormen kunnen aannemen, waaronder: het ontwikkelen van partnerschappen tussen scholen, opleidingscentra en lokale of regionale bedrijven; het verzorgen van gerichte, kwalitatief hoogwaardige opleidingen en stageprogramma's voor jongeren; beroepsopleidingen in samenwerking met ondernemingen; mentorschapsregelingen gericht op de aanwerving en opleiding van jongeren in het bedrijf of op een betere overgang van onderwijs naar werk; bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren; en bevordering van de regionale, Europese en internationale mobiliteit door verdere vooruitgang bij de wederzijdse erkenning van kwalificaties en vaardigheden; onderstreept tevens dat van sociale investeringen doeltreffende prikkels kunnen uitgaan, zoals werkgelegenheidssubsidies en verzekeringsbijdragen voor jongeren die behoorlijke woon- en werkomstandigheden garanderen, teneinde publieke en particuliere werkgevers aan te sporen om jonge mensen in dienst te nemen, zowel in kwalitatief goede banen voor jongeren als in bijscholing en verbetering van hun vaardigheden tijdens hun dienstverband te investeren, en het ondernemerschap onder jongeren te bevorderen;

16. stellt fest, dass Sozialinvestitionen zugunsten junger Menschen vielfältige Formen annehmen können, wie die Einrichtung von Partnerschaften zwischen Schulen, Weiterbildungseinrichtungen und lokalen oder regionalen Unternehmen; ein Angebot an gezielten Schulungs- und hochwertigen Praktikumsprogrammen für Jugendliche; Ausbildungsprogramme in Zusammenarbeit mit Unternehmen; Patenschaften durch erfahrene Arbeitnehmer im Hinblick auf die Einstellung und Schulung junger Menschen direkt am Arbeitsplatz oder einen besseren Übergang von der Ausbildung zur Berufstätigkeit; die Ermutigung junger Menschen dazu, sich gesellschaftlich zu engagieren, und die Förderung der Mobilität auf regionaler, EU-interner und internationaler Ebene durch weitere Fortschritte in Bezug auf die gegenseitige Anerkennung von Qualifikationen und Fertigkeiten; betont darüber hinaus, dass Sozialinvestitionen Hand in Hand gehen können mit wirksamen Anreizen, wie Beschäftigungsbeihilfen oder Versicherungszuschüssen für Jugendliche, die diesen menschenwürdige Arbeits- und Lebensbedingungen garantieren würden, um öffentliche und private Arbeitgeber zu ermutigen, junge Menschen einzustellen, in die Schaffung neuer Arbeitsplätze für junge Menschen und in deren kontinuierliche Weiterbildung und Verbesserung ihrer Qualifikationen während der Beschäftigung zu investieren sowie unternehmerische Initiativen junger Menschen zu fördern;
16. wijst erop dat sociale investeringen in jongeren allerlei vormen kunnen aannemen, waaronder: het ontwikkelen van partnerschappen tussen scholen, opleidingscentra en lokale of regionale bedrijven; het verzorgen van gerichte, kwalitatief hoogwaardige opleidingen en stageprogramma's voor jongeren; beroepsopleidingen in samenwerking met ondernemingen; mentorschapsregelingen met het oog op de aanwerving en opleiding van jongeren in het bedrijf of op een betere overgang van onderwijs naar werk; bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren; en bevordering van de regionale, Europese en internationale mobiliteit door verdere vooruitgang bij de wederzijdse erkenning van kwalificaties en vaardigheden; onderstreept eveneens dat sociale investeringen gepaard kunnen gaan met doeltreffende prikkels, zoals tewerkstellingssubsidies en verzekeringsbijdragen voor jongeren die behoorlijke woon- en werkomstandigheden garanderen, met als doel openbare en particuliere werkgevers ertoe aan te moedigen jonge mensen in dienst te nemen, te investeren in kwalitatief goede banen voor jongeren en in bijscholing en verbetering van hun vaardigheden tijdens hun dienstverband, en de ondernemingszin bij jongeren aan te wakkeren;

20. stellt fest, dass Sozialinvestitionen zugunsten junger Menschen vielfältige Formen annehmen können, einschließlich des Aufbaus von Partnerschaften zwischen Schulen, Ausbildungszentren und lokalen und regionalen Unternehmen; Angeboten an gezielten Schulungs- und hochwertigen Praktikumsprogrammen für Jugendliche, Ausbildungsprogrammen in Zusammenarbeit mit Unternehmen, Patenschaften durch erfahrene Arbeitnehmer im Hinblick auf die Einstellung und Schulung junger Menschen direkt am Arbeitsplatz oder einen besseren Übergang von der Ausbildung zur Berufstätigkeit, der Ermutigung junger Menschen dazu, sich gesellschaftlich zu engagieren, und der Förderung der Mobilität auf regionaler, europäischer und internationaler Ebene durch weitere Fortschritte im Hinblick auf die gegenseitige Anerkennung von Qualifikationen und Fertigkeiten; betont darüber hinaus, dass Sozialinvestitionen Hand in Hand gehen können mit wirksamen Anreizen, wie Beschäftigungsbeihilfen oder Versicherungszuschüssen für Jugendliche, in deren Rahmen menschenwürdige Arbeits- und Lebensbedingungen gewährleistet werden, um öffentliche und private Arbeitgeber zu ermutigen, junge Menschen einzustellen, in die Schaffung hochwertiger Arbeitsplätze für junge Menschen und in deren kontinuierliche Weiterbildung und die Verbesserung ihrer Fähigkeiten während der Beschäftigung zu investieren sowie das Unternehmertum unter jungen Menschen zu fördern;
20. wijst erop dat sociale investeringen in jongeren allerlei vormen kunnen aannemen, waaronder: het ontwikkelen van partnerschappen tussen scholen, opleidingscentra en lokale of regionale bedrijven; het verzorgen van gerichte, kwalitatief hoogwaardige opleidingen en stageprogramma's voor jongeren; beroepsopleidingen in samenwerking met ondernemingen; mentorschapsregelingen gericht op de aanwerving en opleiding van jongeren in het bedrijf of op een betere overgang van onderwijs naar werk; bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren; en bevordering van de regionale, Europese en internationale mobiliteit door verdere vooruitgang bij de wederzijdse erkenning van kwalificaties en vaardigheden; onderstreept tevens dat van sociale investeringen doeltreffende prikkels kunnen uitgaan, zoals werkgelegenheidssubsidies en verzekeringsbijdragen voor jongeren die behoorlijke woon- en werkomstandigheden garanderen, teneinde publieke en particuliere werkgevers aan te sporen om jonge mensen in dienst te nemen, zowel in kwalitatief goede banen voor jongeren als in bijscholing en verbetering van hun vaardigheden tijdens hun dienstverband te investeren, en het ondernemerschap onder jongeren te bevorderen;

48. stellt fest, dass Sozialinvestitionen in die Jugend vielfältige Formen annehmen können, darunter der Aufbau von Partnerschaften zwischen Schulen, Ausbildungszentren und lokalen und regionalen Unternehmen, ein Angebot an gezielten Schulungs- und hochwertigen Praktikumsprogrammen für Jugendliche, Ausbildungsprogramme in Zusammenarbeit mit Unternehmen, Patenschaften durch erfahrene Arbeitnehmer im Hinblick auf die Einstellung und Schulung junger Menschen direkt am Arbeitsplatz oder einen besseren Übergang von der Ausbildung zur Berufstätigkeit, die Ermutigung junger Menschen dazu, sich gesellschaftlich zu engagieren, und die Förderung der Mobilität auf regionaler, EU‑interner und internationaler Ebene, indem weitere Fortschritte dahingehend erwirkt werden, dass Qualifikationen und Fertigkeiten gegenseitig anerkannt werden; betont darüber hinaus, dass Sozialinvestitionen Hand in Hand gehen können mit wirksamen Anreizen, wie Beschäftigungsbeihilfen oder Versicherungszuschüssen für Jugendliche, in deren Rahmen menschenwürdige Arbeits- und Lebensbedingungen gewährleistet werden, um öffentliche und private Arbeitgeber zu ermutigen, junge Menschen einzustellen, in die Schaffung neuer Arbeitsplätze für junge Menschen und in deren kontinuierliche Weiterbildung und die Steigerung ihrer Qualifikationen während der Beschäftigung zu investieren sowie das Unternehmertum bei Jugendlichen zu fördern;
48. wijst erop dat sociale investeringen in jongeren allerlei vormen kunnen aannemen, waaronder: het ontwikkelen van partnerschappen tussen scholen, opleidingscentra en lokale of regionale bedrijven; het verzorgen van gerichte, kwalitatief goede opleidingen en stageprogramma's voor jongeren; beroepsopleidingen in samenwerking met ondernemingen; mentorschapsregelingen met het oog op de aanwerving en opleiding van jongeren in het bedrijf of op een betere overgang van onderwijs naar werk; bevordering van de maatschappelijke participatie van jongeren; en bevordering van de regionale, Europese en internationale mobiliteit door verdere vooruitgang bij de wederzijdse erkenning van kwalificaties en vaardigheden; onderstreept tevens dat van sociale investeringen doeltreffende prikkels kunnen uitgaan, zoals tewerkstellingssubsidies en verzekeringsbijdragen voor jongeren die behoorlijke woon- en werkomstandigheden garanderen, ten einde openbare en particuliere werkgevers aan te moedigen om jonge mensen in dienst te nemen, zowel in kwalitatief goede banen voor jongeren als in bijscholing en verbetering van hun vaardigheden tijdens hun dienstverband te investeren, en de ondernemingszin bij jongeren aan te wakkeren;