Insoweit wird die Verletzung von Art. 12 Abs. 2a Buchst. v der Verordnung über die lebenslängliche Rente der Mitglieder der italienischen Abgeordnetenkammer, auf die die Kostenerstattungs- und Vergütungsregelung für die Mitglieder des Europäischen Parlaments verweise, geltend gemacht, soweit die Aussetzung der Zahlung des Ruhegehalts wegen des Amts des Präsidenten der Hafenbehörde von Venedig zu Unrecht auf diese Bestimmung gestützt werde.
Artikel 12, lid 2-bis, onder v, van de pensioenregeling voor leden van de Italiaanse Kamer van Afgevaardigden, waarnaar wordt verwezen in de Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Europees Parlement, is geschonden omdat het ten onrechte is ingeroepen om te rechtvaardigen dat de uitkering van het pensioen wordt geschorst wegens de uitoefening van het ambt van voorzitter van de havenautoriteit van Venetië.
