Dieses Gesetz erlaubte es « dem König, einen Ruhetag pro Woche in gewissen Bereichen des Handels oder des Handwerks und auf Antrag eines oder mehrerer repräsentativer Berufsverbände vorzusehen » (Parl. Dok., Senat, 1962-1963, Nr. 241, S. 1).
Die wet liet « de Koning toe een rustdag per week op te leggen in zekere takken van handel of van ambacht en op aanvraag van een of meer representatieve beroepsverbonden » (Parl. St., Senaat, 1962-1963, nr. 241, p. 1).