1. Ist der Präsident abwesend oder verhindert oder will er sich gemäß Artikel 22 Absatz 3 an der Aussprache beteiligen, so übernimmt einer der Vizepräsidenten unter Beachtung von Artikel 17 Absatz 2 den Vorsitz.
1. De Voorzitter wordt bij afwezigheid of verhindering of indien hij overeenkomstig artikel 22, lid 3, aan de beraadslagingen wil deelnemen, vervangen door een van de ondervoorzitters, met inachtneming van het bepaalde in artikel 17, lid 2.