5.75. Vereinbarungsgemäß gilt folgendes: Kurzfristige Kredite an gebietsansässige oder gebietsfremde Kreditinstitute werden in der Regel den Sichteinlagen (AF.22) oder den sonstigen Einlagen (AF.29) zugeordnet. Dagegen werden kurzfristige Einlagen bei gebietsansässigen oder gebietsfremden institutionellen Einheiten, bei denen es sich nicht um geldschöpfende Finanzinstitute handelt, normalerweise zu den kurzfristigen Krediten (AF.41) gezählt.
5.75. Volgens afspraak worden kortlopende leningen aan ingezeten of niet-ingezeten monetaire financiële instellingen in principe ingedeeld in een subcategorie van de deposito's (AF.22, AF.29), en kortlopende deposito's die door andere institutionele eenheden dan ingezeten of niet-ingezeten monetaire financiële instellingen worden aanvaard, in de subcategorie kortlopende leningen (AF.41).