2.1.1. Federspeicherbremsen dürfen unabhängig von der bauartbedingten Höchstgeschwindigkeit des Fahrzeugs als Hilfsbremsanlage verwendet werden, sofern der Fahrer die Bremswirkung abstufen kann und die Wirkungsanforderungen von Anhang II erfüllt sind.
2.1.1. Veerremmen mogen ongeacht de door de constructie bepaalde maximumsnelheid worden gebruikt als hulpremsysteem, mits de bestuurder de remwerking ervan kan doseren en aan de prestatievoorschriften van bijlage II is voldaan.