(2) Die Dauer des Verbleibs im Verfahren der vorübergehenden Verwendung beträgt für Waren nach Absatz 1 sechs Monate, für Waren unter den Buchstaben a), b) und c) sechs Monate und für Waren unter Buchstabe d) vier Wochen.
2. De in lid 1, onder a), b) en c), genoemde goederen kunnen voor een periode van zes maanden en de in lid 1, onder d), genoemde goederen kunnen voor een periode van vier weken onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst.