(1) Im Fall der Anwendung des Artikels 66 gewähren die Mitgliedstaaten Betriebsinhabern, die landwirtschaftliche Kulturpflanzen erzeugen, unter den in diesem Kapitel festgelegten Voraussetzungen die Beihilfe, für die sich der betreffende Mitgliedstaat gemäß Artikel 66 entschieden hat, sofern nichts anderes geregelt ist.
1. In geval van toepassing van artikel 66 verlenen de lidstaten, op de in dit hoofdstuk gestelde voorwaarden, tenzij anders bepaald, de door de betrokken lidstaat overeenkomstig dat artikel gekozen steun aan landbouwers die akkerbouwgewassen produceren.