(2) Für die Zwecke der internen Prüfung des EAD unterliegen Leiter von Delegationen der Union, die gemäß Artikel 56 Absatz 2 als nachgeordnet bevollmächtigte Anweisungsbefugte tätig sind, in Bezug auf die an sie weiter übertragenen Finanzverwaltungsaufgaben den Überprüfungsbefugnissen des Internen Prüfers der Kommission.
2. Met het oog op de interne controle van de EDEO worden de hoofden van de delegaties van de Unie die overeenkomstig artikel 56, lid 2, als gesubdelegeerd ordonnateur optreden, onderworpen aan de controlebevoegdheden van de intern controleur van de Commissie voor het aan hen gesubdelegeerde financieel beheer.