Das zweite Argument: Witold Tomczak beschwert sich, das Verfahren sei nicht objektiv, da der stellvertretende Vorsitzende des Gerichts den vorsitzenden Richter in der Sache angewiesen hatte, so bald wie möglich das Urteil zu fällen, auch in Abwesenheit des Beschuldigten.
In de tweede plaats stelt de heer Tomczak dat de procedure niet objectief verliep aangezien de toezichthoudende rechter de voorzitter van de rechtbank verzocht zo spoedig mogelijk een uitspraak te doen, zelfs bij afwezigheid van de beklaagde.