W
enn eine Anlage eine in Anhang I aufgefüh
rte Tätigkeit in einem in Artikel 11 Absatz 1 oder 2 genannten Zeitraum einstellt, kann die zuständige Behörde entsche
iden, dem Betreiber dieser Anlage für die restliche Zeit keine weiteren Berechtigungen für diese
Anlage zuzuteilen, es sei denn, der Betreiber kann nachweisen, dass
die Stilllegung mit einer entsprech ...[+++]enden neuen Investition innerhalb der Gemeinschaft verbunden ist.
12 bis. Wanneer een installatie gedurende de periode waarnaar wordt verwezen in artikel 11, lid 1 of lid 2 een in Bijlage 1 genoemde activiteit beëindigt, kan de bevoegde autoriteit besluiten geen verdere uitstootrechten te verlenen aan de exploitant van die installatie voor de rest van die periode voor wat betreft die installatie, tenzij de exploitant kan aantonen dat de sluiting verband houdt met een nieuwe investering in de Gemeenschap