20. weist darauf hin, dass der Kohärenz zwischen der Migrationspolitik der Gemeinschaft und den anderen Politikbereichen der Union, insbesondere im Bereich Beschäftigung und soziale Eingliederung, ents
cheidende Bedeutung zukommt; besteht darauf, dass die Frage der Einwanderer bei der Festlegung der Beschäftigungsleitlinien und in den einzelstaatlichen Aktionsplänen berücksichtigt wird, wobei besonders auf Chancengleichheit zu achten ist, ohne dass sich dies jedoch negativ auf die Bemühungen zu Gunsten der Arbeitnehmergruppen auswirken darf, die auf dem Arbeitsmarkt der Mitgliedstaaten bereits
aktiv sind ...[+++]; betont ferner die Notwendigkeit, die Frage der Einwanderer in den neuen nationalen Plänen für soziale Eingliederung zu berücksichtigen; 20. onderstreept dat de samenhang tussen het communautaire immigratiebeleid en de andere beleidsvormen van de Unie van fundamenteel belang is, met name het beleid inzake werkgelegenhei
d en sociale integratie; verzoekt rekening te houden met de kwestie van de immigranten bij de afbakening van de richtsnoeren voor de werkgelegenheid en in de nationale actieplannen, met speciale aandacht voor de gelijkheid van kansen, zonder echter afbreuk te doen aan de inspanningen ten aanzien van de werknemersgroepen die al op de arbeidsmarkt van de lidstaten actief zijn; wijst tevens op het belang van de opneming van het immigrantenvraagstuk in de nie
...[+++]uwe nationale plannen voor sociale betrokkenheid;