Traduction de «zugunsten derjenigen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

steuerliche Vorteile zugunsten von langfristigen Anleihen | Steuervergünstigungen zugunsten von langfristigen Anleihen
fiscaal stelsel dat beleggingen op lange termijn bevordert

Verfügung zugunsten eines Dritten | Vertrag zugunsten eines Dritten
beding ten behoeve van een derde | derdenbeding

Spezifisches Programm zugunsten der Erhaltung der Feuchtgebiete des Mittelmeers | Spezifisches Programm zugunsten der Erhaltung der Feuchtgebiete des Mittelmers | MEDHUM [Abbr.]
specifiek programma ten behoeve van het behoud van de wetlands in het Middellandse Zeegebied | MEDHUM [Abbr.]

Beschluss zu Massnahmen zugunsten der am wenigsten entwickelten Länder [ DLDC ]
Besluit inzake maatregelen ten behoeve van de minstontwikkelde landen [ DLDC | BMOL ]

Ausgleichssonderkasse für Familienbeihilfen zugunsten der Arbeitnehmer in der Diamantindustrie
Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen ten Bate van de Arbeiders der Diamantnijverheid

Landesamt für Pensionen zugunsten von Lohnempfängern
Rijksdienst voor werknemerspensioenen

Landesamt für Familienbeihilfen zugunsten von Lohnempfängern
Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers

Verbraucherschutz [ Maßnahmen zugunsten der Verbraucher ]
bescherming van de consument [ actieplan ten behoeve van de consumenten | consumentenbescherming | consumentisme | EBCU | recht van de consument ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

3. 1a. sieht mit Besorgnis, dass kleinere Programme in den Bereichen Umwelt, öffentliche Gesundheit und Lebensmittelsicherheit zugunsten derjenigen, die im Mittelpunkt der Politik und des öffentlichen Interesses stehen, vernachlässigt werden könnten;
3. wijst erop dat kleinere programma's op het gebied van milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid niet verwaarloosd mogen worden in vergelijking met programma's waar het publiek en de politiek meer aandacht voor hebben;

« Verstösst Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem diese Bestimmung vorsieht, dass ' was Gehälter, Vorschüsse darauf und Entschädigungen oder Beihilfen, die Bestandteil der Gehälter sind oder mit ihnen gleichzusetzen sind, betrifft, [.] die vom Staat zu Unrecht ausgezahlten Summen endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen [sind], wenn deren Rückzahlung nicht innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem ersten Januar des Auszahlungsjahres gefordert wurde ', während die vorgeschriebene Verjährung nicht für ähnliche Beträge gilt, die von einer Mehrgemeindepolizeizone gezahlt werden, die erst nach Ablauf der gemeinrechtlichen Verjährungsfrist bezüglich der persönlichen Forderungen (Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches) endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen sind?
« Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat die bepaling erin voorziet dat ` inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen die een toebehoren van de wedden vormen of ermede gelijkstaan (..) de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen zijn aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling', terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door een meergemeentelijke politiezone, welke slechts voorgoed vervallen aan hen die ze hebben ontvangen door het verstrijken van de gemeenrechtelijke verjaringstermijn inzake persoonlijke vorderingen (art. 2262bis, § 1 B.W.) ?

« Verstösst Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem diese Bestimmung vorsieht, dass ' was Gehälter, Vorschüsse darauf und Entschädigungen oder Beihilfen, die Bestandteil der Gehälter sind oder mit ihnen gleichzusetzen sind, betrifft, [.] die vom Staat zu Unrecht ausgezahlten Summen endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen [sind], wenn deren Rückzahlung nicht innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem ersten Januar des Auszahlungsjahres gefordert wurde ', während die vorgeschriebene Verjährung nicht für ähnliche Beträge gilt, die von der Gemeinde gezahlt werden, die erst nach Ablauf der gemeinrechtlichen Verjährungsfrist bezüglich der persönlichen Forderungen (Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches) endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen sind?
« Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat die bepaling erin voorziet dat ` inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen die een toebehoren van de wedden vormen of ermede gelijkstaan (..) de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen zijn aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling `, terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door de gemeente, welke slechts voorgoed vervallen aan hen die ze hebben ontvangen door het verstrijken van de gemeenrechtelijke verjaringstermijn inzake persoonlijke vorderingen (art. 2262bis, § 1 B.W.) ?

« Verstösst Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates oder der Provinzen gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung, indem diese Bestimmung vorsieht, dass ' was Gehälter, Vorschüsse darauf und Entschädigungen oder Beihilfen, die Bestandteil der Gehälter sind oder mit ihnen gleichzusetzen sind, betrifft, [.] die vom Staat zu Unrecht ausgezahlten Summen endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen [sind], wenn deren Rückzahlung nicht innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem ersten Januar des Auszahlungsjahres gefordert wurde ', während die vorgeschriebene Verjährung nicht für ähnliche Beträge gilt, die von einer Mehrgemeindepolizeizone gezahlt werden, die erst nach Ablauf der gemeinrechtlichen Verjährungsfrist bezüglich der persönlichen Forderungen (Artikel 2262bis § 1 des Zivilgesetzbuches) endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen sind?
« Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, doordat die bepaling erin voorziet dat ` inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen die een toebehoren van de wedden vormen of ermede gelijkstaan (..) de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen zijn aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling `, terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door een meergemeentelijke politiezone, welke slechts voorgoed vervallen aan hen die ze hebben ontvangen door het verstrijken van de gemeenrechtelijke verjaringstermijn inzake persoonlijke vorderingen (art. 2262bis, § 1 B.W.) ?

8. verlangt eine angemessene Differenzierung zwischen weiter fortgeschrittenen und anderen Entwicklungsländern zugunsten derjenigen Entwicklungsländer mit dem größten Bedarf;
8. vraagt om een adequate differentiatie tussen de meer welvarende en andere ontwikkelingslanden ten gunste van de meest behoeftige ontwikkelingslanden;

17. hält es für notwendig, dass die Umweltvorschriften der Gemeinschaft wirksam und korrekt umgesetzt werden, und empfiehlt, gezielte Unterstützungsmaßnahmen zugunsten derjenigen Regionen zu verabschieden, die mit Schwierigkeiten bei der Umsetzung dieses Aspekts des gemeinschaftlichen Besitzstands konfrontiert sind; ermuntert die Regierungen der Mitgliedstaaten, Umsetzungsstrategien auszuarbeiten, um die Aufgaben und Zuständigkeiten nationaler, regionaler und lokaler Behörden bei der korrekten Umsetzung und Durchführung des Umweltrechts der Gemeinschaft eindeutig festzulegen;
17. onderstreept de noodzaak van een effectieve en correcte tenuitvoerlegging van communautaire milieuwetgeving en pleit ervoor om ten behoeve van regio's die problemen ondervinden bij de concretisering van dit aspect van het communautair acquis speciale ondersteunende maatregelen te treffen; dringt er bij de autoriteiten van de lidstaten op aan omzettingsstrategieën uit te werken en daarin duidelijk aan te geven wat de functies en taken van de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij een correcte omzetting en uitvoering van de communautaire milieuwetgeving zijn;

15. hält es für notwendig, dass die Umweltvorschriften der Gemeinschaft wirksam und korrekt umgesetzt werden, und empfiehlt, gezielte Unterstützungsmaßnahmen zugunsten derjenigen Regionen zu verabschieden, die mit Schwierigkeiten bei der Umsetzung dieses Aspekts des gemeinschaftlichen Besitzstands konfrontiert sind; ermuntert die Regierungen der Mitgliedstaaten, Umsetzungsstrategien auszuarbeiten, um die Aufgaben und Zuständigkeiten nationaler, regionaler und lokaler Behörden bei der korrekten Umsetzung und Durchsetzung des Umweltrechts der Gemeinschaft eindeutig festzulegen;
15. onderstreept de noodzaak van een effectieve en correcte tenuitvoerlegging van communautaire milieuwetgeving en pleit ervoor om ten behoeve van regio's die problemen ondervinden bij de concretisering van dit aspect van het communautair acquis speciale ondersteunende maatregelen te treffen; dringt er bij de autoriteiten van de lidstaten op aan omzettingsstrategieën uit te werken en daarin duidelijk aan te geven wat de functies en taken van de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij een correcte omzetting en uitvoering van de communautaire milieuwetgeving zijn;

3. hält es für notwendig, dass die Umweltvorschriften der Gemeinschaft wirksam und korrekt umgesetzt werden, und empfiehlt, dass gezielte Unterstützungsmaßnahmen zugunsten derjenigen Regionen angenommen werden, die mit Schwierigkeiten bei der Umsetzung dieses Aspekts des gemeinschaftlichen Besitzstandes konfrontiert sind; ermuntert die Regierungen der Mitgliedstaaten, Übernahmestrategien auszuarbeiten, um die Aufgaben und Zuständigkeiten nationaler, regionaler und lokaler Behörden bei der korrekten Übernahme und Umsetzung des Umweltrechts der Gemeinschaft eindeutig festzulegen;
3. onderstreept de noodzaak van een effectieve en correcte tenuitvoerlegging van communautaire milieuwetgeving en pleit ervoor om ten behoeve van regio's die problemen ondervinden bij de concretisering van dit aspect van het communautair acquis speciale ondersteuningsmaatregelen te treffen; dringt er bij de autoriteiten van de lidstaten op aan omzettingsstrategieën uit te werken en daarin duidelijk aan te geven wat de functies en taken van de nationale, regionale en lokale autoriteiten bij een correcte omzetting en uitvoering van de communautaire milieuwetgeving zijn;

« Verstösst Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 6. Februar 1970 über die Verjährung der Schuldforderungen zu Lasten oder zugunsten des Staates und der Provinzen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Bestimmung besagt, dass ' was Gehälter, Vorschüsse darauf und Entschädigungen oder Beihilfen, die Bestandteil der Gehälter sind oder mit ihnen gleichzusetzen sind, betrifft, [.] die vom Staat zu Unrecht ausgezahlten Summen endgültig zugunsten derjenigen, die sie erhalten haben, verfallen [sind], wenn deren Rückzahlung nicht innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem ersten Januar des Auszahlungsjahres gefordert wurde ', während die vorgeschriebene Verjährung nicht für ähnliche Beträge gilt, die von der Gemeinde gezahlt werden?
« Schendt artikel 7, § 1, van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet niet, doordat die bepaling erin voorziet dat 'inzake wedden, voorschotten daarop en vergoedingen of uitkeringen, die een toebehoren van de wedden vormen of ermede gelijkstaan, [.] de door de Staat ten onrechte uitbetaalde sommen voorgoed vervallen [zijn] aan hen die ze hebben ontvangen, als de terugbetaling daarvan niet gevraagd werd binnen een termijn van vijf jaar te rekenen van de eerste januari van het jaar van de betaling ', terwijl de voorgeschreven verjaring niet van toepassing is op bedragen van dezelfde aard die betaald worden door de gemeente ?