Vertaling van "zentren keinen " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Studien in vielen Zentren
pluricentrische studie

auf viele Zentren verteilte Durchführung des Projekts
over diverse centra gespreide projectuitvoering

große Zentren der Wirtschafts-und Geschäftstätigkeit
grote economische en handelscentra

Zentren zur Koordination der häuslichen Versorgung
Coördinatiecentrum van bejaarden en bejaardendiensten | Coördinatiecentrum van thuiszorg

Ausschuss für die Geschlossenen Zentren
Commissie voor de Gesloten Centra

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

26. NOVEMBER 2015 - Erlaß der Regierung zur Abänderung des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 21. März 2002 zur Bezuschussung von Personal- und Funktionskosten in der Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen Die Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Aufgrund des Dekrets vom 16. Dezember 1991 über die Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen, Artikel 38, abgeändert durch das Dekret vom 14. Februar 2000; Aufgrund des Erlasses der Regierung der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 21. März 2002 zur Bezuschussung von Personal- und Funktionskosten in der Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen; Aufgrund des Gutachtens des Institutes für Aus- und Weiterbildung im Mittelstand und in kleinen und mittleren Unternehmen vom 18. November 2015; Aufgrund des Gutachtens des Finanzinspektors vom 23. November 2015; Aufgrund des Einverständnisses des Ministerpräsidenten, zuständig für den Haushalt, vom 26. November 2015; Aufgrund der koordinierten Gesetze über den Staatsrat vom 12. Januar 1973, Artikel 3 § 1; Aufgrund der Dringlichkeit; In der Erwägung, dass die Dringlichkeit dadurch begründet ist, dass die Durchführung der Grundausbildungen wegen finanzieller Engpässe der Zentren gefährdet ist und die Verabschiedung des vorliegenden Erlasses daher keinen Aufschub mehr duldet; Auf Vorschlag des für die Ausbildung zuständigen Ministers;
26 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, artikel 38, gewijzigd bij het decreet van 14 februari 2000; Gelet op het besluit van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap van 21 maart 2002 houdende subsidiëring van de personeels- en werkingskosten met betrekking tot de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s; Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O'. s, gegeven op 18 november 2015; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 november 2015; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 26 november 2015; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid gewettigd wordt door de omstandigheid dat de uitvoering van de basisopleidingen door financiële problemen bij de zawm's op de helling komen te staan en dit besluit dus zo snel mogelijk moet worden aangenomen; Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Opleiding;

26. fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Binnenmarktzentren zur Förderung der Koordinierung, Vereinfachung und der politischen Wahrnehmbarkeit ihrer Bemühungen zum Funktionieren des Binnenmarkts einzurichten; betont, dass derartige Zentren innerhalb bestehender Einrichtungen, z. B. zusammen mit den nationalen zentralen Anlaufstellen, eingerichtet werden sollten; fordert die Mitgliedstaaten auf, verbesserte praktische Kenntnisse des EU-Rechts auf allen Ebenen der nationalen Verwaltung sicherzustellen, um so zu garantieren, dass Bürger und Unternehmen keinen unnötigen Belastungen und Hindernissen infolge mangelnden Verständnisses der Vorschriften gegenüberstehen;
26. doet een oproep aan de lidstaten om nationale centra voor de interne markt op te richten, voor het bevorderen van de coördinatie, vereenvoudiging en politieke zichtbaarheid van hun inspanningen voor een functionerende interne markt; onderstreept dat dergelijke centra in bestaande entiteiten moeten worden ondergebracht, bijvoorbeeld in de nationale unieke loketten; dringt er bij de lidstaten op aan om te zorgen voor een betere praktische kennis van het EU-recht op alle niveaus van de nationale overheid, zodat burgers en ondernemers niet voor onnodige lasten en hindernissen worden gesteld omdat ze onvoldoende kennis hebben van de regels;

26. fordert die Mitgliedstaaten auf, nationale Binnenmarktzentren zur Förderung der Koordinierung, Vereinfachung und der politischen Wahrnehmbarkeit ihrer Bemühungen zum Funktionieren des Binnenmarkts einzurichten; betont, dass derartige Zentren innerhalb bestehender Einrichtungen, z. B. zusammen mit den nationalen einheitlichen Kontaktstellen, eingerichtet werden sollten; fordert die Mitgliedstaaten auf, verbesserte praktische Kenntnisse des EU-Rechts auf allen Ebenen der nationalen Verwaltung sicherzustellen, um so zu garantieren, dass die Bürgerinnen und Bürger und die Unternehmen keinen unnötigen Belastungen und Hindernissen infolge mangelnden Verständnisses der Vorschriften gegenüberstehen;
26. doet een oproep aan de lidstaten om nationale centra voor de interne markt op te richten, voor het bevorderen van de coördinatie, vereenvoudiging en politieke zichtbaarheid van hun inspanningen voor een functionerende interne markt; onderstreept dat dergelijke centra in bestaande entiteiten moeten worden ondergebracht, bijvoorbeeld in de nationale contactpunten; dringt er bij de lidstaten op aan om te zorgen voor een betere praktische kennis van het EU-recht op alle niveaus van de nationale overheid, zodat burgers en ondernemers niet voor onnodige lasten en hindernissen worden gesteld omdat ambtenaren onvoldoende kennis hebben van de regels;

Aus dem Fonds sollten angesichts seines Umfangs und Zwecks auf keinen Fall Aktionen in Bezug auf Bereiche oder Zentren zur Ingewahrsamnahme von Personen in Drittstaaten unterstützt werden.
Het doel en de werkingssfeer van het Fonds laten in geen geval de ondersteuning toe van maatregelen ten behoeve van gebieden en centra om mensen in derde landen vast te houden.

Aus dem Fonds sollten angesichts seines Umfangs und Zwecks auf keinen Fall Maßnahmen in Bezug auf Bereiche oder Zentren zur Ingewahrsamnahme von Personen in Drittstaaten unterstützt werden.
Het doel en de werkingssfeer van het fonds laten in geen geval de ondersteuning toe van maatregelen ten behoeve van gebieden en centra om mensen in derde landen vast te houden.

(17) Aus dem Fonds sollten angesichts seines Umfangs und Zwecks auf keinen Fall Aktionen in Bezug auf Bereiche oder Zentren zur Ingewahrsamnahme von Personen in Drittstaaten unterstützt werden.
(17) Het doel en de werkingssfeer van het Fonds laten in geen geval de ondersteuning toe van maatregelen ten behoeve van gebieden en centra om mensen in derde landen vast te houden.

(13) Aus dem Fonds sollten angesichts seines Umfangs und Zwecks auf keinen Fall Aktionen in Bezug auf Bereiche oder Zentren zur Ingewahrsamnahme von Personen in Drittstaaten unterstützt werden.
(13) Het doel en de werkingssfeer van het Fonds laten in geen geval de ondersteuning toe van maatregelen ten behoeve van gebieden en centra om mensen in derde landen op te vangen.

(11) Aus dem Fonds sollten angesichts seines Umfangs und Zwecks auf keinen Fall Maßnahmen in Bezug auf Bereiche oder Zentren zur Ingewahrsamnahme von Personen in Drittstaaten unterstützt werden.
(11) Het doel en de werkingssfeer van het fonds laten in geen geval de ondersteuning toe van maatregelen ten behoeve van gebieden en centra om mensen in derde landen vast te houden.

- « In den Artikeln 20 § 1, 31 § 2 und 40 § 4 des Dekrets vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des subventionierten Unterrichts und der subventionierten psycho-medizinisch-sozialen Zentren wird hinsichtlich der Einstellung und Ernennung der Personalmitglieder der subventionierten freien Unterrichtsanstalten und Zentren der Begriff ' Vereinbarung ' verwendet. Liegt, wenn diese Artikel dadurch so ausgelegt werden müssen, dass sie zur Folge haben, dass diesen Personalmitgliedern der Zugang zum Staatsrat als Nichtigerklärungsrichter versagt wird, in Anbetracht dieser Auslegung kein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung vor, indem es keinen triftigen Grund gibt, ihnen diesen Zugang zu versagen, im Gegensatz zu den unter dasselbe Dekret fallenden Personalmitgliedern der offiziellen subventionierten Unterrichtsanstalten und Zentren - und zu den Personalmitgliedern des Gemeinschaftsunterrichts, deren Rechtsstatus im Dekret vom 27. März 1991 über den Rechtsstatus bestimmter Personalmitglieder des Gemeinschaftsunterrichts geregelt wird -, wenngleich die Regelung ihres Rechtsstatus in allen anderen Punkten keine grundsätzlichen Unterschiede diesen anderen Personalmitgliedern gegenüber aufweist?
- « In de artikelen 20, § 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra wordt met betrekking tot de aanstelling en de benoeming van de personeelsleden van de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen en centra de term ' overeenkomst ' gebruikt; als deze artikelen daardoor zo geïnterpreteerd moeten worden dat ze tot gevolg hebben dat aan die personeelsleden de toegang tot de Raad van State als annulatierechter wordt ontzegd, is er, gegeven die interpretatie, geen schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat er geen redelijke grond voorhanden is om hun die toegang te ontzeggen, in tegenstelling tot de onder hetzelfde decreet vallende personeelsleden van de officiële gesubsidieerde onderwijsinstellingen en centra - en tot de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, wier rechtspositie geregeld wordt in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs - en zulks hoewel hun rechtspositieregeling in alle andere opzichten geen fundamentele verschillen vertoont met die van die andere personeelsleden ?