Ab 2006 hat der Kassation
shof den Standpunkt vertreten, dass « der Zweck des Gesetzes oder der Verordnung, wonach ein Arbeitgeber, der als Versicherer auftritt, verpflichtet ist, Summen auszuzahlen, deren Betrag höher ist als derjenige, den er als Arbeitgeber für Dienstleistungen hätte zahlen müssen, darin besteht, diese Summen endgültig dem Arbeitgeber aufzuerlegen » und geschlu
ssfolgert, dass die Zahlung einer Rente wegen einer teilweisen bleibenden Arbeitsunfähigkeit durch den öffentlichen
...[+++]Arbeitgeber « kein vom haftpflichtigen Dritten rückforderbarer Schaden » ist (Kass., 9. Januar 2006, Pas., 2006, Nr. 22).Vanaf 2006 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat, « in de mate een wettelijke of reglementaire norm een werkgever die optreedt als verzekeraar, verplicht sommen te betalen waarvan het bedrag groter is dan wat hij als werkgever zou hebben betaald voor gepresteerde diensten, [...] deze norm tot strekking [heeft] dat die sommen definitief ten laste blijven van die werkg
ever » en heeft het besloten dat het storten, door de openbare
werkgever, van een rente wegens gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid « geen schade [uitmaakt] d
...[+++]ie hij kan terugvorderen van de aansprakelijke derde » (Cass., 9 januari 2006, Arr. Cass., 2006, nr. 22).