Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die Artikel 4 und 12 des Dekrets vom 13. Juli 2001 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstiessen, da durch die Verbindung der abgeänderten Artikel 99 § 1 Absatz 1 Nr. 1 und 195bis Absatz 1 Nr. 3 des Dekrets vom 18. Mai 1999 die gene
hmigungspflichtigen strukturellen Instandhaltungs- und Unterhaltsarbeiten an bestehenden genehmigten gebietsfremden Wohnungen und Gebäuden nur genehmigt werden könnten unter der Bedingung, dass die ordnungsgemässe Raumordnung kein
en Schaden erleide, während genehmigungspflicht ...[+++]ige strukturelle Instandhaltungs- und Unterhaltsarbeiten an gebietseigenen Bauwerken diese Bedingung nicht erfüllen müssten.De verzoekende partijen menen dat de artikelen 4 en 12 van het decreet van 13 juli 2001 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, omdat door de combinatie van de gewijzigde artikelen 99, § 1, eerste lid, 1, en 195bis , eerste lid, 3, van het decreet van 18 mei 1999 de v
ergunningsplichtige structurele instandhoudings- en onderhoudswerken aan bestaande vergunde zonevreemde woningen en gebouwen slechts kunnen worden toegestaan op voorwaarde dat de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad, terwijl de v
ergunningsplichtige structurele instandhoudings- en ...[+++] onderhoudswerken aan zone-eigen constructies niet aan die voorwaarde dienen te voldoen.