Die Strecke vom Wohnort zum Arbeitsplatz beginnt, sobald der Arbeitnehmer über die Schwelle seines Hauptwohnortes oder seiner Zweitwohnung tritt, und endet, sobald er erneut über diese Schwelle tritt (Artikel 8 § 1 Absatz 4).
Het traject van of naar de verblijfplaats begint zodra de werknemer de dorpel van zijn hoofd- of tweede verblijfplaats verlaat en eindigt zodra die weer wordt overschreden (artikel 8, § 1, vierde lid).