Aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 19. Dezember 1974 geht hervor, dass diese Entscheidung dem Willen der Regierung entspricht, « gültigen und verantwortlichen Gesprächspartnern gegenüber zu sitzen, mit denen sie effizient verhandeln kann », und zur Verwirklichung dieses Ziels « nur mit Gewerkschaften zu verhandeln, die imstande sind, tatsächlich auf nationaler Ebene Verantwortung zu tragen » sowie eine Zersplitterung von Gewerkschaften zu vermeiden, die « den Tod dieser Verhandlungen bedeuten würde » (Parl. Dok. , Senat, Sondersitzungsperiode 1974, Nr. 367/2, S. 10).
Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 19 december 1974 blijkt dat die keuze overeenstemt met de wil van de Regering om « geldige en verantwoordelijke gesprekspartners voor zich te vinden waarmee zij efficiënt kan onderhandelen » en, teneinde dat doel te bereiken, slechts te « onderhandelen met vakbonden die in staat zijn om werkelijke verantwoordelijkheden te dragen op nationaal vlak » en de versnippering van de vakbonden te vermijden waardoor « de onderhandelingen [.] ten dode opgeschreven [zouden] zijn » (Parl. St. , Senaat, B.Z. 1974, nr. 367/2, p. 10).