Traduction de «wenn kündigung erteilt werde » (Allemand → Néerlandais) :

Für die Lernpflichtigen, denen der Unterricht in einer anderen Sprache erteilt werde, werde das Bestehen dieser Prüfungen daher ernsthaft erschwert, wenn nicht gar unmöglich gemacht.
Voor de leerplichtige die onderwijs in een andere taal geniet zou het slagen voor die examens dan ook ernstig worden bemoeilijkt, zo niet onmogelijk worden gemaakt.

In der zweiten präjudiziellen Frage wird der Hof gefragt, ob Artikel 83 § 1 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sei, insofern in Bezug auf die Mitglieder des Cockpit- oder des Kabinenpersonals der Zivilluftfahrt die in dieser Bestimmung vorgeschriebenen Kündigungsfristen gelten würden, wenn die Kündigung erteilt werde, um einen unbefristeten Arbeitsvertrag zu beenden ab dem ersten Tag des Monats nach dem Monat, in dem der Angestellte das Alter von 55 Jahren erreiche, während diese Kündigungsfristen für die anderen Arbeitnehmer nur gelten würden, wenn die Kündigung erteilt werde, um den unbefristeten Arbeitsvertrag zu beenden ab dem ersten Tag des Monats nach dem Monat, in dem der Angestellte das Alter von 65 Jahren erreiche.
In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof gevraagd of artikel 83, § 1, van de wet van 3 juli 1978 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre ten aanzien van de leden van het stuurpersoneel of van het cabinepersoneel van de burgerlijke luchtvaart de in die bepaling voorgeschreven opzeggingstermijnen gelden wanneer het ontslag wordt gegeven om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de bediende de leeftijd van 55 jaar bereikt, terwijl voor de overige werknemers die opzeggingstermijnen slechts gelden wanneer het ontslag wordt gegeven om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de bediende de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Während einem Arbeitnehmer der ersteren Kategorie erst ab dem Zeitpunkt, wo er das Alter von 65 Jahren erreicht, mit der in Artikel 83 § 1 des Gesetzes vom 3. Juli 1978 vorgesehenen verkürzten Kündigungsfrist gekündigt werden kann, kann einem Arbeitnehmer der letzteren Kategorie mit dieser verkürzten Kündigungsfrist gekündigt werden, wenn die Kündigung erteilt wird, um einen unbefristeten Arbeitsvertrag zu beenden ab dem ersten Tag des Monats nach dem Monat, in dem der Arbeitnehmer das Alter von 55 Jahren erreicht.
Terwijl een werknemer van de eerste categorie pas vanaf het ogenblik dat hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, kan worden ontslagen met de verkorte opzeggingstermijn waarin artikel 83, § 1, van de wet van 3 juli 1978 voorziet, kan een werknemer van de tweede categorie middels die verkorte opzeggingstermijn worden ontslagen indien het ontslag gegeven wordt om aan de voor onbepaalde tijd gesloten arbeidsovereenkomst een einde te maken vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de leeftijd van 55 jaar bereikt.

Der fünfte Klagegrund, der gegen die Artikel 2 bis 6 des angefochtenen Dekrets gerichtet ist, ist abgeleitet aus einem Verstoss gegen Artikel 173 der Verfassung und insbesondere das darin enthaltene Legalitätsprinzip, insofern, selbst wenn es sich um eine Gebühr handele, einem Minister die Ermessensbefugnis erteilt werde, Befreiungen von der VBS-Entschädigung zu gewähren, und der Abgabepflichtige nicht bestimmt werde.
Het vijfde middel, gericht tegen de artikelen 2 tot 6 van het bestreden decreet, is afgeleid uit de schending van artikel 173 van de Grondwet, en in het bijzonder het daarin vervatte wettigheidsbeginsel, doordat, zelfs wanneer het gaat om een retributie, aan een minister de discretionaire bevoegdheid wordt gegeven om vrijstellingen van de VBS-vergoeding te verlenen en doordat de heffingsplichtige niet wordt aangewezen.

Insbesondere fragt der vorlegende Richter einerseits, ob die vorerwähnte Bestimmung gegen Artikel 15 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, wenn sie in dem Sinne ausgelegt werde, dass die Ermächtigung des Polizeirichters auf Schriftstücken und mündlichen Erläuterungen beruhen könne, die nicht der Strafakte hinzugefügt würden, und andererseits, ob die Bestimmung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, indem infolge der vorerwähnten Auslegung kein Richter die Gesetzmässigkeit der Ermächtigung des Polizeirichters überwachten könne, während eine solche Gesetzmässigkeitsprüfung hingegen möglich sei in Bezug auf einen Haussuchungsbefehl, der in Anwendung von Artikel 89bis des Strafprozessgesetzbuches erteilt werde.
Meer bepaald vraagt de verwijzende rechter, enerzijds, of de voormelde bepaling artikel 15 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, wanneer zij in die zin wordt geïnterpreteerd dat de toestemming van de politierechter kan steunen op bescheiden en mondelinge toelichtingen die niet aan het strafdossier worden toegevoegd en, anderzijds, of de bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, doordat, ingevolge de bovenvermelde interpretatie, door geen enkele rechter toezicht kan worden uitgeoefend op de wettigheid van de door de politierechter verleende toestemming, terwijl een dergelijke wettigheidscontrole wel mogelijk is ten aanzien van het huiszoekingsbevel, afgegeven met toepassing van artikel 89bis van het Wetboek van strafvordering.