Die Anforderungen des Abschnitts 6.2.1 gelten für die Konfiguration des Modells als erfüllt, wenn die Geschwindigkeit aller aktiven 1-Gb/s-Ethernet-Verbindungen verringert wird, wenn ein Desktop-Computer, integrierter Desktop-Computer oder Notebook-Computer in den Ruhezustand oder in den Aus-Zustand mit WOL-Funktion wechselt.
De modelconfiguratie wordt geacht aan de toepasselijke eisen van punt 6.2.1 te voldoen als de snelheid van actieve Ethernet-netwerkverbindingen van 1 gigabit per seconde (Gb/s) wordt verminderd wanneer de geteste desktopcomputer, geïntegreerde desktopcomputer of notebookcomputer omschakelt naar de slaapstand of naar de uitstand met WOL geactiveerd.