Traduction de «welcher auferlegen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Drittausländer, welcher nicht über die erforderlichen Reisedokumente verfügt
vreemdeling die niet in het bezit is van de vereiste reisdocumenten

Entscheid welcher die Vorlegung von Urkunden im Laufe des Prozeßverfahrens anordnet
bevel tot mededeling van de stukken

Anteil welcher jemandem von Rechts wegen zukommt | auf jemanden entfallender Anteil
deel dat rechtens aan iemand toekomt

Person zugunsten welcher Güter abgetreten werden
cessionaris

auferlegen
opleggen

eine Strafe auferlegen
een straf opleggen

eine Vorbereitungsfrist auferlegen
op preadvies stellen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Die Regierung kann eine Mindestschwelle für die Freigabe auf den wallonischen Markt von Gütern oder für die Erzeugung von Abfällen festlegen, ab welcher das Auferlegen eines Vorbeugungsplanes anwendbar ist.
De Regering kan, voor de afzet op de Waalse markt van goederen of voor afvalproductie, een minimale drempel vastleggen vanaf welke de oplegging van een preventieplan toepasselijk is.

Aus dem Wortlaut von Artikel 98 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 21. März 1991 geht hervor, dass die Behörde (der das öffentliche Eigentum untersteht) den Betreiber eines öffentlichen Telekommunikationsnetzes keinerlei Steuer, Taxe, Abgabe, Gebühr oder Vergütung gleich welcher Art für die blosse Nutzung des öffentlichen Eigentums auferlegen kann, und nur für das Anlegen von Kabeln, oberirdischen Leitungen und dazu gehörigen Ausrüstungen.
Uit de bewoordingen van artikel 98, § 2, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 blijkt dat de overheid (waarvan het openbaar domein afhangt) aan de operatoren van een openbaar telecommunicatienet geen belasting, taks, cijns, retributie of vergoeding, van welke aard ook, mag opleggen voor het loutere gebruik van het openbaar domein en uitsluitend voor het aanleggen van kabels, bovengrondse lijnen en bijbehorende uitrustingen.

Zu den Betreuungs-, Schutz- oder Erziehungsmassnahmen, die das Jugendgericht einem Minderjährigen aufgrund von Artikel 37 § 2 des Gesetzes vom 8. April 1965, ersetzt durch Artikel 7 Nr. 2 des Gesetzes vom 13. Juni 2006, auferlegen kann, gehören insbesondere die Teilnahme an einer ambulanten Behandlung in einer Einrichtung für Psychologie oder Psychiatrie, einer Einrichtung für sexuelle Erziehung oder einer auf dem Gebiet der Alkohol- oder Drogenabhängigkeit kompetenten Einrichtung (Nr. 5), die Anvertrauung an eine juristische Person, die die Begleitung durch Durchführung einer positiven Leistung, sei es als Ausbildung oder als Teilnahme an einer organisierten Tätigkeit, anbietet (Nr. 6), die Unterbringung in einer Krankenhausabteilung (Nr. 9) und die stationäre Unterbringung in einer auf dem Gebiet der Alkohol- oder Drogenabhängigkeit oder gleich welcher anderen Abhängigkeit kompetenten Einrichtung, wenn ein vor weniger als einem Monat erstellter ausführlicher medizinischer Bericht bescheinigt, dass die körperliche oder psychische Unversehrtheit des Betroffenen nicht auf andere Weise geschützt werden kann (Nr. 10).
Tot de maatregelen van bewaring, behoeding en opvoeding die de jeugdrechtbank krachtens artikel 37, § 2, van de wet van 8 april 1965, vervangen bij artikel 7, 2°, van de wet van 13 juni 2006, ten aanzien van een minderjarige kan nemen, behoren onder meer het volgen van een ambulante behandeling bij een psychologische of psychiatrische dienst, bij een dienst voor seksuele opvoeding of bij een dienst die deskundig is op het gebied van alcohol- of drugverslaving (5°), het toevertrouwen aan een rechtspersoon die voorstelt de verwezenlijking van een positieve prestatie te begeleiden, die bestaat in hetzij een opleiding, hetzij de deelname aan een georganiseerde activiteit (6°), het plaatsen in een ziekenhuisdienst (9°) en het overgaan tot residentiële plaatsing in een dienst die deskundig is op het gebied van alcohol- of drugverslaving, of enige andere vorm van verslaving, indien uit een omstandig medisch verslag, dat minder dan een maand oud is, blijkt dat de fysieke of psychische integriteit van de betrokkene niet op een andere wijze kan worden beschermd (10°).

Indem der föderale Gesetzgeber in Artikel 98 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 21. März 1991 zur Umstrukturierung bestimmter öffentlicher Wirtschaftsunternehmen festlegt, dass die Behörde keine « Gebühr oder Vergütung » gleich welcher Art für das Nutzungsrecht des Betreibers eines öffentlichen Telekommunikationsdienstes auferlegen darf, tut er, insofern diese Bestimmung auch auf die regionalen Behörden Anwendung findet in den Angelegenheiten, für die sie zuständig sind, den Zuständigkeiten der Regionen Abbruch, die ihnen durch Artikel 173 der Verfassung und Artikel 6 § 1 X Absatz 1 Nrn. 1, 2, 4 und 5 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 gewährt wurden.
Door in artikel 98, § 2, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven te bepalen dat de overheid geen « retributie of vergoeding » van welke aard ook mag opleggen voor het gebruiksrecht van de operator van een openbare telecommunicatiedienst, doet de federale wetgever, in zoverre die bepaling ook van toepassing is op de gewestelijke overheden in de aangelegenheden waarin zij bevoegd zijn, afbreuk aan de bevoegdheid van de gewesten hun toegekend bij artikel 173 van de Grondwet en artikel 6, § 1, X, eerste lid, 1°, 2°, 4° en 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980.

Aus der Formulierung von Artikel 98 § 2 Absatz 1 des Gesetzes vom 21. März 1991 ergibt sich, dass die Behörde (der das öffentliche Eigentum unterliegt) für das Recht zur Benutzung des öffentlichen Eigentums den Betreibern eines öffentlichen Telekommunikationsnetzes keine Steuer, Taxe oder Abgabe gleich welcher Art auferlegen darf.
Uit de bewoordingen van artikel 98, § 2, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 blijkt dat de overheid (waarvan het openbaar domein afhangt) voor het gebruiksrecht van het openbaar domein geen belasting, taks of cijns, van welke aard ook, mag opleggen aan de operatoren van een openbaar telecommunicatienet.