(2) Die Zentralbehörde des Herkunftsmitgliedstaats speichert alle Informationen der in Absatz 1 Buchstaben a und b genannten Kategorien, die sie nach Artikel 5 Absatz 1 zum Zweck der Weiterübermittlung nach Artikel 7 erhalten hat.
2. Alle in lid 1, onder a) en b), bedoelde gegevens die een centrale autoriteit overeenkomstig artikel 5, lid 1, ontvangt, worden door haar opgeslagen met het oog op doorzending overeenkomstig artikel 7.