(3) Wird einer Person, die eine Reservierung oder einen Fahrschein besitzt und die Anforderungen des Artikels 14 Absatz 1 Buchstabe a erfüllt hat, die Beförderung aufgrund ihrer Behinderung oder eingeschränkten Mobilität dennoch verweigert, so wird dieser Person und allen Begleitpersonen im Sinne des Absatzes 4 des vorliegenden Artikels Folgendes zur Auswahl angeboten:
3. Aan de persoon met een handi
cap of met beperkte mobiliteit die een reservering of vervoerbewijs heeft en voldoet aan de in
artikel 14, lid 1, onder a), gestelde voorwaarden, maar wie niettemin op grond van zijn handicap of beperkte mobiliteit de toegang
tot het voertuig is geweigerd, alsmede aan zijn begeleider in de zin van lid 4 van dit art
ikel, wordt de keus gelaten ...[+++] tussen: