4. nimmt ferner zur Kenntnis, dass der endgültige Haushaltsplan des Gemeinsamen Unternehmens 2011 Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen in Höhe von 117 000 000 EUR bzw. 60 000 000 EUR umfasste, dass die Verwendungsraten für die verfügbaren Verpflichtungs- und Zahlungsermächtigungen bei 99,8 % bzw. 87,9 % lagen und dass ein Betrag in Höhe von 112 000 000 EUR an Verpflichtungsermächtigungen für operative Tätigkeiten (Titel III des Haushaltsplans) im Wege einer globalen Mittelbindung für die Aufforderung zur Einreichung von Vorschlägen des Jahres 2011 in Anspruch genommen wurde;
4. merkt voorts op dat de definitieve begroting voor 2011van de gemeenschappelijke onderneming vastleggings- en betalingskredieten omvatte van respectievelijk 117 000 000 EUR en 60 000 000 EUR, en dat het benuttingspercentage voor de vastleggingskredieten en de betalingskredieten respectievelijk 99,8% en 78,9% bedroeg; neemt kennis van het feit dat een bedrag van 112 000 000 EUR aan vastleggingskredieten voor beleidsactiviteiten (Titel III van de begroting) werd uitgevoerd als een globale vastlegging in verband met de oproep tot indiening van voorstellen van 2011;