8. Führt die Anwendung des Subsidiaritätsprinzips dazu, dass ein Tätigwerden der Gemeinschaft unterbleibt, so müssen die Mitgliedstaaten bei ihren Tätigkeiten den allgemeinen Vorschriften des Artikels 10 des Vertrags genügen, indem sie alle geeigneten Maßnahmen zur Erfüllung ihrer Verpflichtungen aus dem Vertrag treffen und alle Maßnahmen, welche die Verwirklichung der Ziele des Vertrags gefährden könnten, unterlassen.
8. Wanneer de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel ertoe leidt dat de Gemeenschap niet optreedt, dienen de lidstaten bij hun optreden de algemene bepalingen van artikel 10 van het Verdrag in acht te nemen en alle maatregelen te treffen die geschikt zijn om de nakoming van de uit het Verdrag voortvloeiende verplichtingen te verzekeren en zich te onthouden van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen van het Verdrag in gevaar kunnen brengen.