Gemäß Artikel 16 Absatz 2 können die Mitgliedstaaten einen Antrag ablehnen, den Aufenthaltstitel eines Familienangehörigen entziehen oder seine Verlängerung verweigern, wenn feststeht,
Overeenkomstig artikel 16, lid 2, kunnen de lidstaten het verzoek afwijzen of de verblijfstitel van een gezinslid intrekken of weigeren te verlengen, wanneer is vastgesteld dat: