E. in der Erwägung, dass die UNO-Generalversammlu
ng im November 2001 ihrer Besorgnis über den langsamen Fortschritt der Gespräche zwischen dem SPDC und Aung S
an Suu Kyi Ausdruck verlieh und den SPDC nachdrücklich aufforderte, verstärkt vertrauensbildende Maßnahmen zu ergreifen, um die Unumkehrbarkeit des Prozesses in Richtung Demokratie zu gewährleisten, und die fortgesetzten Verstöße gegen die Menschenrechte, vor allem jene gegen Personen, die ethnischen und religiösen Minderheiten angehören, sowie gegen Frauen
...[+++]in Birma und das Verbot der Religionsfreiheit bedauerte,E. overwegende dat de algemene vergadering van de Verenigde Naties in november 2001 haar bezorgdheid uitsprak over het trage tempo waarin de besprekingen tussen de junta en Aung San Suu Kyi verliepen en er bij de junta op aandrong meer vertrouwenwekkende maatregelen te nemen om de onomkeerbaarheid van het democratisch proces te waarborgen, en haar spijt betuigde over de voortdurende schending van de mensenrechten in Birma, met name van leden van etnische en religieuze minderheden en vrouwen, en het ontbreken van godsdienstvrijheid,