14. fordert die Mitgliedstaaten auf, Minderjährige in den Kampf gegen die Verbreitung von Videospielen mit Gewalt verherrlichenden und schädlichen Inhalten einzubeziehen, und ist insbesondere der Auffassung, dass die Minderjährigen an informations- und bewusstseinsbildenden Maßnahmen beteiligt werden sollten, die ihnen die grundlegenden Instrumente vermitteln, um Gewalt verherrlichende und schädliche Inhalte zu erkennen und sich davor zu schützen;
14. verzoekt de lidstaten de minderjarigen te betrekken bij de strijd tegen de verspreiding van videospellen met een gewelddadige en schadelijke inhoud en is in het bijzonder van mening dat minderjarigen betrokken moeten worden bij initiatieven die gericht zijn op voorlichting en het versterken van de eigen verantwoordelijkheid en die hun de basisgereedschappen in handen kunnen geven om een gewelddadige en schadelijke inhoud te herkennen en zich ertegen te wapenen;