Der Hof hatte sich zu der Vereinbarkeit von Artikel 17 des königlichen Erlasses Nr. 50 vom 24. Oktober 1967 über die Ruhestands- und Hinterbl
iebenenpension für Lohnempfänger mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung zu äussern, insofern dieser Artikel den Vorteil der Hinterbliebenenpension nur dem hinterbliebenen Ehepartner gewähr
t, der mehr als ein Jahr mit dem versto
rbenen Arbeitnehmer verheiratet war, ohne das gleiche Recht dem hinterbliebenen Ehepartner zuzuerkennen, d
...[+++]er weniger als ein Jahr mit dem verstorbenen Arbeitnehmer verheiratet war, obwohl beide Personen vor der Ehe und mehr als ein Jahr vor dem Tod eine Erklärung über das gesetzliche Zusammenwohnen abgegeben hatten.Het Hof diende zich uit te spreken over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 17 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers, in zoverre dat artikel het voordeel van het overlevingspensioen alleen toekent aan de langstlevende echtgeno
ot die meer dan één jaar met de overleden werknemer was gehuwd, zonder datzelfde recht toe te kennen aan de langstlevende echtgenoot die minder dan één jaar met de overleden werknemer was gehuwd, hoewel die twee personen, vóór het huwelijk en meer dan één jaar vóór het overlijden, een verklaring van we
...[+++]ttelijke samenwoning hadden afgelegd.