22. vertritt im Hinblick auf eine Lösung des Problems der Torpedoklagen die Auffassung, dass, wenn das zuerst angerufene Gericht offenkundig unzuständig ist, das später angerufene Gericht von seine
r Pflicht entbunden werden sollte, das Verfahren gemäß der Rechtshängigkeitsvorsc
hrift auszusetzen; spricht sich jedoch dagegen aus, negative Feststellungsklagen von der Regel der früheren Rechtshängigkeit völlig auszunehmen, da mit solchen Klagen ein legitimer wir
tschaftlicher Zweck verfolgt ...[+++] werden kann; ist jedoch der Auffassung, dass Zuständigkeitsfragen am besten im Zusammenhang mit den Vorschlägen zur Schaffung einer einheitlichen Patentgerichtsbarkeit gelöst werden könnten; 22. meent, om het probleem van „torpedo-procedures” op te lossen, dat het
laatst aangesproken gerecht van de verplichting ontslagen zou moeten zijn om de procedure volgens de litispendentieregel op te schorten, als het eerst aangesproken gerecht klaarblijkelijk onbevoegd is; wijst evenwel de gedachte van de hand, als zouden verzoeken om een negatieve declaratoire uitspraak in ieder geval van de „first in time ”-regel
uitgesloten moeten worden omdat dergelijke verzoeken een legitiem commercieel oogmerk kunnen hebben; is evenwel van m
...[+++]ening dat bevoegdheidskwesties het best kunnen worden opgelost in de voorstellen voor invoering van een eengemaakt stelsel voor beslechting van octrooigeschillen;