Stehen die Art. 34, 35 und 36 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union in ihrer richtigen Auslegung der Anwendung von Art. 3 Abs. 2 des nationalen Gesetzes Nr. 8 vom 14. Januar 2013 — der eine Kennzeichnungspflicht mit der Angabe des Ursprungslandes für Produkte a
ufstellt, die durch Verarbeitung in anderen Ländern erzeugt worden sind und in italienischer Sprache die Angabe „Leder“ tragen — auf Erzeugnisse aus Leder entgegen, das durch Verarbeitung in nicht der Europäischen Union angehörenden Ländern erzeugt und in der Union noch nicht rechtmäßig in den Verkehr gebracht worden ist, weil dieses nationale Gesetz eine Maßna
...[+++]hme mit gleicher Wirkung wie eine mengenmäßige Beschränkung darstellt, die durch Art. 34 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union verboten und nicht durch Art. 36 des Vertrags gerechtfertigt ist?Staan de artikelen 34, 35 en 36 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bij een juiste uitlegging in de weg aan de toepassing van artikel 3, lid 2, van nationale wet nr. 8 van 14 januari 2013 — volgens hetwelk de staat van oorsprong dient te worden vermeld op de etikettering van
producten die zijn verkregen door bewerking in de
rde landen en zijn voorzien van de Italiaanse term „pelle” — op producten vervaardigd uit leder dat is verkregen door bewerking in niet-lidstaten van de Europese Unie en
...[+++]niet reeds rechtmatig in de Unie in de handel is gebracht, omdat deze nationale wet moet worden aangemerkt als een bij artikel 30 van het Verdrag [bedoeld is vermoedelijk artikel 34 VWEU] verboden maatregel van gelijke werking en niet uit hoofde van artikel 36 Verdrag gerechtvaardigd is?