(2) Der Präsident, die Richter, die an der Beratung mitgewirkt haben, und der Kanzler unterzeichnen die Urschrift des Urteils, die sodann mit einem Siegel versehen und in der Kanzlei hinterlegt wird; der Kanzler veranlasst die Zustellung einer Kopie der Urschrift an die Parteien.
2. Nadat de minuut van het arrest is ondertekend door de president, de rechters die aan de beraadslaging hebben deelgenomen en de griffier, wordt het van het zegel van het Gerecht voorzien en ter griffie gedeponeerd; de griffier betekent aan elk van de partijen een afschrift daarvan.