Die nationalen Aufsichtsbehörden treffen gemäß Artikel 2 Absatz 4 der Verordnung (EG) Nr. 550/2004 geeignete Vorkehrungen für eine enge Zusammenarbeit untereinander und tauschen alle zweckdienlichen Informationen aus, um die Sicherheitsaufsicht aller Organisationen zu gewährleisten, die grenzübergreifend Dienstleistungen erbringen oder tätig sind.
De nationale toezichthoudende instanties treffen regelingen voor nauwe samenwerking, overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 550/2004, en wisselen alle passende informatie uit om het veiligheidstoezicht te garanderen op alle organisaties die grensoverschrijdende diensten of functies aanbieden.