Traduction de «unter anderem ausnahmen wegen geringfügigkeit » (Allemand → Néerlandais) :

Rückwurfpläne können Bestimmungen für Fischereien oder Arten enthalten, die bereits der Anlandeverpflichtung unterliegen, oder sie können auch die Anlandeverpflichtung vor dem in der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 festgesetzten Zeitpunkt einführen; in den Rückwurfplänen sind unter anderem Ausnahmen wegen Geringfügigkeit und aufgrund hoher Überlebensraten, Bestimmungen über die Fangdokumentation und gegebenenfalls die Festsetzung von Mindestreferenzgrößen für die Bestandserhaltung vorzusehen.
Teruggooiplannen kunnen bepalingen bevatten voor visserijen of soorten die al onder de aanlandingsverplichting vallen, of kunnen deze verplichting soms al invoeren vóór de in Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgelegde uiterste datum. In deze plannen kunnen onder meer de-minimisvrijstellingen en vrijstellingen voor soorten met hoge overlevingskansen, voorschriften voor de documentatie van vangsten en, in passende gevallen, voorschriften voor minimuminstandhoudingsreferentiegrootten zijn opgenomen.

b)Ausnahmen wegen Geringfügigkeit, um die Umsetzung der Pflicht zur Anlandung zu erleichtern; derartige Ausnahmen wegen Geringfügigkeit sind für Fälle vorgesehen, die in Artikel 15 Absatz 5 Buchstabe c der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 genannt sind und die Bedingungen der genannten Bestimmung erfüllen.
b)de-minimisvrijstellingen, om de tenuitvoerlegging van de aanlandingsverplichting te faciliteren; die de-minimisvrijstellingen worden verleend voor in artikel 15, lid 5, onder c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde gevallen, overeenkomstig de voorwaarden van dat artikel.

Unter Berücksichtigung künftiger wissenschaftlicher Gutachten müssen im Rahmen der Regionalisierung im Hinblick auf die Pflicht zur Anlandung Bestimmungen erlassen werden, durch die künftig gegebenenfalls Ausnahmen von der Pflicht zur Anlandung für Arten, bei denen hohe Überlebensraten wissenschaftlich nachgewiesen sind, und Ausnahmen wegen Geringfügigkeit möglich sind.
Het moet mogelijk zijn om in het kader van de regionalisering bepalingen in verband met de aanlandingsverplichting vast te stellen teneinde in het licht van voortschrijdend wetenschappelijk advies te voorzien in uitzonderingen op de aanlandingsverplichting voor soorten met een wetenschappelijk aangetoonde hoge overlevingskans, en in "de-minimisvrijstellingen".

c)Fänge, die unter die Ausnahmen wegen Geringfügigkeit fallen.
c)vangsten die onder de de-minimisvrijstelling vallen.

betont, wie wichtig es ist, die Unterschiede zwischen Kleinsterzeugern, Kleinerzeugern und Großerzeugern zu berücksichtigen; weist darauf hin, dass geeignete Bedingungen und Instrumente für Prosumenten (aktive Energieverbraucher wie Haushalte (sowohl Eigentümer als auch Mieter), Einrichtungen und kleine Unternehmen, die entweder alleine oder gemeinsam in Genossenschaften, anderen sozialen Gemeinschaften oder Verbänden Energie aus erneuerbaren Quellen erzeugen) geschaffen werden müssen, um einen Beitrag zur Energiewende zu leisten und ihre Integration in den Energiemarkt zu erleichtern; empfiehlt, den dem Aufbau neuer Eigenerzeugungskapazitäten im Wege stehenden Verwaltungsaufwand auf ein absolutes Minimum zu reduzieren, insbesondere durch Aufhebung von Markt- und Netzzugangsbeschränkungen; empfiehlt, die Verwaltungsverfahren durch den Übergang zu einer einfachen Meldepflicht zu verkürzen und zu vereinfachen; schlägt vor, dass bei der Überarbeitung der Richtlinie über erneuerbare Energien besondere Bestimmungen eingefügt werden könnten, um Hindernisse zu beseitigen und gemeinschaftliche bzw. genossenschaftliche Systeme im Energiebereich mittels zentraler Anlaufstellen zu fördern, die für die Genehmigung von Projekten zuständig sind und Beratung in finanzieller und technischer Hinsicht anbieten; ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten von den in den europäischen Leitlinien für staatliche Beihilfen im Energie- und Umweltbereich vorgesehenen Ausnahmen wegen Geringfügigkeit Gebrauch machen sollten, damit kleine und mittelgroße Projekte weiterhin Nutzen aus dynamischen Einspeisetarifen ziehen und von aufwändigen Versteigerungsverfahren befreit bleiben.
benadrukt hoe belangrijk het is rekening te houden met de verschillen tussen micro-, kleine en grote producenten; wijst op de noodzaak om niet- discriminerende voorwaarden te scheppen en geschikte instrumenten te ontwikkelen voor „prosumenten” (actieve energieconsumenten, zoals huishoudens — zowel eigenaars als huurders –, instellingen en kleine bedrijven die hernieuwbare energie opwekken, hetzij individueel, hetzij collectief via coöperaties, andere sociale bedrijven of aggregaties), zodat zij kunnen bijdragen aan de energietransitie teneinde hun integratie in de energiemarkt te vergemakkelijken; beveelt aan om de administratieve belemmeringen voor nieuwe zelfopwekkingscapaciteit tot een absoluut minimum te beperken, met name door beperkingen op de toegang tot de markt en het net af te schaffen; stelt voor vergunningsprocedures te verkorten en te vereenvoudigen door een eenvoudige meldingsplicht in te voeren; stelt voor om bij de herziening van de richtlijn hernieuwbare energie specifieke bepalingen op te nemen om belemmeringen weg te nemen en gemeenschaps- of samenwerkingsregelingen op het gebied van energie te bevorderen via „one-stop-shops” — die zich bezighouden met projectvergunningen en financiële en technische deskundigheid bieden; moedigt de lidstaten aan gebruik moeten maken van de „de minimis”-vrijstellingen waarin is voorzien in de Europese richtsnoeren voor staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie, zodat kleine en middelgrote projecten gebruik kunnen blijven maken van dynamische teruglevertarieven, waardoor ze zijn vrijgesteld van complexe veilingprocedures.

Die Mitgliedstaaten stellen sicher, dass die Fänge, die unter die Ausnahme wegen Geringfügigkeit gemäß Artikel 15 Absatz 5 Buchstabe c der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 fallen, insgesamt nicht über dem Prozentsatz der in der betreffenden Unionsmaßnahme festgelegten Ausnahme liegen.
De lidstaten zien erop toe dat de vangsten die vallen onder de in artikel 15, lid 5, punt c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013, bedoelde de-minimisvrijstelling het in de desbetreffende maatregel van de Unie vastgestelde vrijstellingspercentage niet overschrijden.

Daher und da keine abweichenden wissenschaftlichen Informationen vorliegen, sollten die Ausnahmen wegen Geringfügigkeit in Höhe der in der gemeinsamen Empfehlung vorgeschlagenen Prozentsätze unter Beachtung der Obergrenzen gemäß Artikel 15 Absatz 5 der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 eingeführt werden.
In het licht van het voorgaande en bij ontstentenis van afwijkende wetenschappelijke informatie is het passend de de-minimisvrijstellingen vast te stellen overeenkomstig het in de gezamenlijke aanbeveling voorgestelde percentage en op niveaus die niet hoger zijn dan die welke zijn toegestaan overeenkomstig artikel 15, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

Daher und da keine abweichenden wissenschaftlichen Informationen vorliegen, sollten die Ausnahmen wegen Geringfügigkeit in Höhe der in den gemeinsamen Empfehlungen vorgeschlagenen Prozentsätze unter Beachtung der Obergrenzen gemäß Artikel 15 Absatz 1 Buchstabe c der Verordnung (EU) Nr. 1380/2013 eingeführt werden.
In het licht van het voorgaande en bij ontstentenis van afwijkende wetenschappelijke informatie is het passend de de-minimisvrijstelling vast te stellen overeenkomstig de in de gezamenlijke aanbevelingen voorgestelde percentages en op niveaus die niet hoger zijn dan die welke zijn toegestaan krachtens artikel 15, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. 1380/2013.

In ihren gemeinsamen Empfehlungen sprechen sich die betreffenden Mitgliedstaaten ebenfalls für die Ausnahmen wegen Geringfügigkeit aus, da der Umgang mit unerwünschten Fängen sowohl an Bord (Sortierung und Verpackung, Lagerung und Aufbewahrung) als auch an Land (Transport und Lagerung, Aufbewahrung, Vermarkung und Verarbeitung oder Beseitigung als Sondermüll) erhöhte Kosten nach sich zieht, weil mit diesen unerwünschten Fängen nur ein geringer oder mitunter gar kein wirtschaftlicher Gewinn erzielt werden kann.
De de-minimisvrijstelling vindt steun in de door de betrokken lidstaten ingediende gezamenlijke aanbevelingen, vanwege de extra kosten die het beheer van ongewenste vangsten, zowel aan boord (sorteren en in dozen doen, opslag en bewaring) als aan de wal (vervoer en opslag, bewaring, vermarkting en verwerking of vernietiging als bijzonder afval) meebrengt ten opzichte van de beperkte en soms niet bestaande economische winst die deze ongewenste vangsten zouden kunnen opleveren.

Bestimmungen für Ausnahmen wegen Geringfügigkeit in Höhe von bis zu 5 % der jährlichen Gesamtfangmenge aller Arten, für die die Pflicht zur Anlandung gemäß Absatz 1 gilt.
bepalingen inzake de-minimisvrijstellingen van ten hoogste 5 % van de totale jaarlijkse vangsten van alle soorten waarvoor een aanlandingsverplichting als bedoeld in lid 1 van toepassing is.