(3) Internationale oder regionale Organisationen können an Aktivitäten im Rahmen des Unionsverfahrens mitwirken, wenn einschlägige bilaterale oder multilaterale Übereinkünfte zwischen diesen Organisationen und der Union dies zulassen.
3. Internationale of regionale organisaties kunnen deelnemen aan activiteiten in het kader van het Uniemechanisme wanneer relevante bilaterale of multilaterale overeenkomsten tussen deze organisaties en de Unie in die mogelijkheid voorzien.