32. stellt fest, dass es neben der Einleitung von Vertragsverletzungsverfahren durch die Kommission und unabhängig davon für Bürger, Unternehmen oder Interessengruppen der Zivilgesellschaft die Möglichkeit gibt, vor den Verwaltungsberufungsinstanzen oder den Gerichten bezüglich der Anwendung des EU-Rechts zu klagen, und dass dies nicht im Widerspruch zur Durchführung von Vertragsverletzungsverfahren durch die Kommission steht;
32. wijst erop dat de mogelijkheid die burgers, ondernemingen en belangengroepen hebben om een zaak betreffende de toepassing van het EU-recht voor een nationaal bestuurlijk beroepsorgaan/bestuursrechter of rechterlijke instantie te brengen los staat en onafhankelijk is van en niet in strijd is met het voeren van inbreukprocedures door de Commissie;