Traduction de «touristikbranche wirtschaftszweig » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Allgemeine Systematik der Wirtschaftszweige in den Europäischen Gemeinschaften | Statistische Systematik der Wirtschaftszweige in der Europäischen Gemeinschaft | statistische Systematik der Wirtschaftszweige in der Europäischen Union | NACE [Abbr.]
Algemene Systematische Bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen | statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap | statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Unie | NACE [Abbr.]

NACE Revision 2 | statistische Systematik der Wirtschaftszweige in der Europäischen Gemeinschaft | statistische Systematik der Wirtschaftszweige in derr Europäischen Union | NACE Rev. 2 [Abbr.]
statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap | statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Unie | NACE Rev. 2 [Abbr.]

Wirtschaftszweig der Gemeinschaft | Wirtschaftszweig der Union
bedrijfstak van de Gemeenschap | bedrijfstak van de Unie

Systematik der Wirtschaftszweige in den Europäischen Gemeinschaften
nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap

Systematik der Wirtschaftszweige in Belgien
nomenclatuur van economische activiteiten in België

Wirtschaftszweig
tak van de economie

Wirtschaftsbereich [ wirtschaftlicher Hauptsektor | Wirtschaftszweig ]
economische sector

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

27. betont erneut die Rolle und den Beitrag des Tourismus im Zusammenhang mit dem vom Europäischen Rat von Lissabon am 23. und 24. März 2000 gesetzten Ziel, Europa zu einer Region mit Vollbeschäftigung und einer starken und wettbewerbsfähigen Wirtschaft zu machen, insbesondere, was die Regionen mit Entwicklungsrückstand anbelangt, wozu vor allem die Regionen in äußerster Randlage gehören; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass die Touristikbranche ein Wirtschaftszweig ist, der eine große Zahl von Arbeitskräften, vor allem Saisonarbeitskräften, bindet, von denen eine immer stärkere Spezialisierung verlangt wird, was eine technologisch anspruchsvollere berufliche Bildung, Sprachkenntnisse sowie eine stärkere Mobilität der in dieser Branche Beschäftigten erfordert und begünstigt;
27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;

27. betont erneut die Rolle und den Beitrag des Tourismus im Zusammenhang mit dem auf dem Gipfel von Lissabon gesetzten Ziel, Europa zu einer Region mit Vollbeschäftigung und einer starken und wettbewerbsfähigen Wirtschaft zu machen, insbesondere, was die Regionen mit Entwicklungsrückstand anbelangt, wozu vor allem die Regionen in äußerster Randlage gehören; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass die Touristikbranche ein Wirtschaftszweig ist, der eine große Zahl von Arbeitskräften, vor allem Saisonarbeitskräften, bindet, von denen eine immer stärkere Spezialisierung verlangt wird, was eine technologisch anspruchsvollere berufliche Bildung, Sprachkenntnisse sowie eine stärkere Mobilität der in dieser Branche Beschäftigten erfordert und begünstigt;
27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Top van Lissabon om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;