(3) Methode D: Entspricht E-Geld dem jeweils höchsten Betrag von E-Geld-Umlauf und Zahlungsvolumen, müssen sich die Eigenmittel der E-Geld-Institute mindestens auf die Summe folgender Komponenten belaufen:
40. Methode D: wanneer van het uitstaand elektronisch geld en het betalingsvolume het elektronisch geld het hoogste bedrag vertegenwoordigt, is het eigen vermogen van instellingen voor elektronisch geld ten minste gelijk aan de som van de volgende elementen: