4. weist darauf hin, dass die Errichtung einer Regulierungsagentur im Wege eines Rechtsakts erfolgen und unter dem Aspekt der Notwendigkeit, der Effizienz und der Verhältnismäßigkeit gerechtfertigt sein muss; weist ferner darauf hin, dass die Errichtung einer Regulierungsagentur für Bereiche geteilter Zuständigkeit von Europäischer Union und Mitgliedstaaten auch nach dem Grundsatz der Subsidiarität gerechtfertigt sein muss;
4. wijst erop dat de oprichting van een regelgevend agentschap moet berusten op een wetgevingsbesluit en om redenen van noodzaak, doelmatigheid en evenredigheid gerechtvaardigd moet zijn; wijst erop dat met betrekking tot gebieden waarop de Europese Unie en de lidstaten de bevoegdheid delen, de oprichting eveneens gerechtvaardigd moet zijn overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel;