« Für die Handlungen und Arbeiten, die je nach Fall ohne Genehmigung
oder ohne vorherige städtebauliche Erklärung im Sinne von Artikel 84, § 2, Absatz 2,
oder ohne vorherige
Erklärung im Sinne von Artikel 129, § 3, ausgeführt oder beibehalten worden sind, und die Gegenstand des in Artikel 156, Absatz 1, erwähnten Feststellungsprotokolls sind, ist der Genehmigungsantrag oder die nach der in Artikel 156, Absatz 1, erwähnten Notifizierung zugestellte
Erklärung in Ermangelung des Folgenden unzuläs
...[+++]sig:
« Voor de handelingen en werken die, al naar gelang het geval, uitgevoerd of in stand gehouden worden [zonder vergunning of] zonder de voorafgaande stedenbouwkundige verklaring bedoeld in artikel 84, § 2, lid 2, 4°, of zonder de voorafgaande aangifte bedoeld in artikel 129, § 3, en waarvoor het proces-verbaal van vaststelling bedoeld in artikel 156, lid 1, is opgesteld, zijn de vergunningsaanvraag of de aangifte die ingediend zijn na de kennisgeving bedoeld in artikel 156, lid 1, onontvankelijk indien :