Wenn die Mitgliedstaaten nationale Programme oder Aktionspläne für den land- und forstwirtschaftlichen Sektor haben, und diese Programme den Anforderungen in Absatz 2 und denen der strukturellen Leitlinien entsprechen, können die Mitgliedstaaten diese Programme und Aktionspläne als Ersatzprogramme für LULUCF-Aktionspläne nutzen.
Indien de lidstaten over nationale programma's of actieplannen met betrekking tot de landbouw- en bosbouwsector beschikken en deze programma's voldoen aan de vereisten van lid 2 en de structurele richtsnoeren, kunnen de lidstaten van deze programma's en actieplannen gebruikmaken als vervangende programma's voor LULUCF-actieplannen.