Vertaling van "stromerzeugung jahre 2002 etwa " (Duits → Nederlands) :

Insgesamt erreicht der Anteil der erneuerbaren Energien an der gesamten Stromerzeugung im Jahre 2002 etwa 15,2 %.
Alles bijeengenomen is hernieuwbare energie in 2002 goed voor ca. 15,2% van de totale elektriciteitsopwekking.

Der Anteil der europäischen Produktionen unabhängiger Produzenten in den EU-15-Ländern betrug im Jahr 2001 37,75 % und im Jahr 2002 34,03 % und hat sich damit bei etwa einem Drittel der gesamten relevanten Sendezeit oder etwa 50 % der europäischen Produktionen eingependelt.
Het aandeel Europese producties van onafhankelijke producenten lag in de EU-15 in 2001 op 37,75% en in 2002 op 34,03%.

Dänemark hat den Anteil der Stromerzeugung aus erneuerbaren Energien von 8,9 % im Jahre 1997 auf 20 % im Jahre 2002 gesteigert.
Denemarken heeft het aandeel van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen verhoogd van 8,9% in 1997 tot 20% in 2002.

Laut dem Bericht Finnlands wurde der Anteil der erneuerbaren Energien an der Stromerzeugung in diesem Land von 7 TWh im Jahre 1997 auf 10 TWh im Jahre 2002 gesteigert (ohne Wasserkraft).
Volgens het nationale verslag van Finland is de bijdrage van elektriciteit uit hernieuwbare energie van 7 TWh in 1997 gestegen tot 10 TWh in 2002, met uitzondering van waterkracht.

Das Europäische Amt für Betrugsbekämpfung (OLAF) schätzt, dass Euro-Fälschungen die europäische Wirtschaft und die Verbraucher seit der Einführung des Euro im Jahr 2002 etwa 500 Mio. EUR gekostet haben, und zwar in Form direkter Kosten, da es für Falschgeld keine Entschädigung gibt.
OLAF schat dat vervalsing van de euro het Europese bedrijfsleven en de consument ca. 500 miljoen EUR heeft gekost sinds de invoering van de euro in 2002; dit zijn rechtstreekse verliesposten voor consumenten en bedrijven, aangezien valse munten en bankbiljetten niet worden vergoed.

1. sorgt sich erstens wegen des anhaltend langsamen Wachstums in Europa seit dem Jahr 2002, das sich im Euro-Währungsgebiet nur allmählich, von 0,6 % im Jahr 2003 auf 1,3 % im Jahr 2005, beschleunigt hat – im Gegensatz zu einer Wachstumsrate in den USA im Jahr 2005 von 3,5 % und einem von der privaten Binnennachfrage gesteuerten Wiederaufschwung der japanischen Wirtschaft –, zweitens wegen der anhaltend hohen Arbeitslosigkeit von 9 % in der EU-25 und 8,1 % in der EU-15 und drittens wegen der Produktionslücke, die sich derzeit auf -1 % des BIP beläuft, was zeigt, dass das Wirtschaftswachstum der Europäischen Union aufgrund struktureller Verkrustungen, einer schwachen Binnennachfrage und dem Fehlen einer wirklichen Ausgewogenheit des makroökonomischen Policy-Mix deutlich unter dem langfristigen Potenzial bleibt; betont, dass das Wachstumspotenzial der europäischen Wirtschaft weiterhin zu gering ist und etwa 2 % beträgt, was deutlich unter dem entsprechenden Satz in anderen Regionen der Welt liegt; ist der Ansicht, dass dieses Wachstumspotenzial für die Schaffung von Arbeitsplätzen und die Verringerung der Arbeitslosenquoten oder die Weiterentwicklung der Europäischen Union mit 25 Mitgliedstaaten nicht ausreicht;
1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de derde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op lange termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;

1. sorgt sich erstens wegen des anhaltend langsamen Wachstums in Europa seit dem Jahr 2002, das sich in der Euro-Zone nur allmählich, von 0,6% im Jahr 2003 auf 1,3% im Jahr 2005, beschleunigt hat – im Gegensatz zu einer Wachstumsrate in den USA im Jahr 2005 von 3,5% und einem von der privaten Binnennachfrage gesteuerten Wiederaufschwung der japanischen Wirtschaft –, zweitens wegen der anhaltend hohen Arbeitslosigkeit von 9% in der EU-25 und 8,1% in der EU-15 und drittens wegen der Produktionslücke, die sich derzeit auf -1% des BIP beläuft, was zeigt, dass das Wirtschaftswachstum der EU aufgrund struktureller Verkrustungen, einer schwachen Binnennachfrage und dem Fehlen einer wirklichen Ausgewogenheit des makroökonomischem Policy-Mix deutlich unter dem langfristigen Potenzial bleibt; betont, dass das Wachstumspotenzial der europäischen Wirtschaft weiterhin zu gering ist und etwa 2% beträgt, was deutlich unter dem entsprechenden Satz in anderen Regionen der Welt liegt; ist der Ansicht, dass dieses Wachstumspotenzial für die Schaffung von Arbeitsplätzen und die Verringerung der Arbeitslosenquoten oder die Weiterentwicklung der erweiterten Union nicht ausreicht;
1. uit in de eerste plaats zijn bezorgdheid over de aanhoudend trage groei in Europa sinds 2002, die in de eurozone slechts langzaam van 0,6% in 2003 naar 1,3% in 2005 is gestegen, in tegenstelling tot het Amerikaanse groeicijfer van 3,5% in 2005 en de wederopleving van de Japanse economie onder invloed van de toenemende binnenlandse vraag van privé-eindgebruikers; is in de tweede plaats bezorgd over de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad van 9% in de EU-25 en van 8,1% in de EU-15 en in de derde plaats over de outputkloof van momenteel -1% van het BBP, wat erop wijst dat de economische groei in de EU beduidend onder zijn potentieel op lange termijn blijft als gevolg van de structurele inflexibiliteit, de zwakke binnenlandse vraag en het gebrek aan een goed evenwicht in de macro-economische beleidsmix; benadrukt dat het groeipotentieel van de Europese economie extreem laag blijft, ongeveer 2%, wat veel lager is dan elders in de wereld; is van mening dat dit groeipotentieel onvoldoende is voor het scheppen van arbeidsplaatsen en het terugdringen van de werkloosheid of voor de ontwikkeling van een uitgebreide Unie;

Dies entsprach im Jahr 2002 etwa 3,1 % des Bruttoinlandsprodukts (BIP) der tschechischen Volkswirtschaft.
Dit kwam in 2002 overeen met ca. 3,1% van het BNP van het land.

Laut e-Business W@tch nutzten im Jahr 2002 etwa 5 % der euro päischen Unternehmen in den vier größten Mitgliedstaaten (Deutschland, Frankreich, Verei nigtes Königreich und Italien) elektronische Marktplätze, und weitere 3 % beabsichtigen, dies im Jahr 2003 zu tun.
De e-Business W@tch meldt dat circa 5% van de Europese ondernemingen in de vier grootste EU-lidstaten (Duitsland, Frankrijk, VK en Italië) in 2002 gebruik maakten van e-markten en dat bovendien meer dan 3% dit voor 2003 van plan is.

Diese Tendenz konnte auch in Irland festgestellt werden, wo sich die Grenzen zwischen "Störung der öffentlichen Ordnung" und "terroristischer Straftat" nach der Annahme des "Criminal Justice (Terrorist Offences) Bill" im Jahr 2002 größtenteils verwischen, da jede Straftat, die mit der Absicht begangen wurde, die Regierung ungerechtfertigterweise dazu zu zwingen, etwas zu tun oder etwas zu unterlassen, jetzt einem Akt des Terrorismus gleichgestellt wird.
Deze zelfde tendens kon ook worden vastgesteld in Ierland waar, na de goedkeuring van de "Criminal Justice (Terrorist Offences) Bill 2002", de grens tussen "verstoring van de openbare orde" en terroristische overtredingen in sterke mate is vervaagd, zodat iedere overtreding die tot doel heeft "de regering op ongepaste wijze ertoe te nopen zich van een handeling te onthouden" voortaan aan een terroristische handeling gelijk wordt gesteld.