Das Spektralphotometer wird auf die Wellenlänge 340 nm eingestellt, die Messungen werden gegen Luft (keine Kuevette im Strahlengang) oder gegen Wasser durchgeführt.Temperatur 20 bis 25 °C.In 2 Kuevetten, Schichtdecke 1 cm, pipettiert man:
Regel de spectrofotometer (3.1) in op metingen bij 340 nm. Meet tegen lucht (geen kuvet in de lichtweg) of tegen water bij een temperatuur van 20 à 25 °C.Pipetteer in twee kuvetten (3.2) met een optische weglengte van 1 cm: