14. weist mit Nachdruck darauf hin, dass diejenigen, die auf schwerwiegende Weise die Menschenrechte oder das humanitäre Völkerrecht verletzt haben, keinesfalls straffrei ausgehen dürfen; fordert, dass diejenigen, die diese Straftaten begang
en haben, gemeldet, ermittelt, strafrechtlich verfolgt und nach nationalem und internationalem Strafrecht bestraft werden; weist in diesem Zusammenhang darauf hin, dass der StGH bereits mit der Lage in der Zentralafrikanischen Republik befasst wurde und dass es nach dem Statut des StGH keine Verjährungsfrist für Völkermord, Verbrechen gegen die Menschlichkeit oder Kriegsverbrechen gibt, und begrüßt
...[+++]die Erklärung der Anklägerin beim Internationalen Strafgerichtshof (StGH) vom 7. August 2013; 14. benadrukt dat plegers van ernstige schendingen van de mensenrechten of het internationale humanitaire recht niet ongestraft mogen blijven; verzoekt dat de plegers van dergelijke daden worden gemel
d, geïdentificeerd, vervolgd en gestraft overeenkomstig nationaa
l en internationaal strafrecht; wijst er in dit verband op dat de situatie in de CAR al bij het Internationaal Strafhof aanhangig is gemaakt en dat volgens het statuut van het hof er geen verjaringstermijn geldt voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmis
...[+++]drijven, en is ingenomen met de verklaring van de aanklager van het CPI op 7 augustus 2013;