2.3. Ohne dass der Hof zu prüfen hat, ob Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention auf das in Kapitel II von Titel V des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof vorgesehene Vorverfahren anwendbar ist, stellt er fest, dass der vom Kläger dem Hof vorgelegte Streitfall sich weder auf zivilrechtliche Ansprüche und Verpflichtungen, noch auf die Entscheidung über die Stichhaltigkeit einer gegen ihn erhobenen strafrechtlichen Anklage bezieht.
2.3. Zonder dat het Hof dient na te gaan of artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens toepasselijk is op de voorafgaande rechtspleging waarin hoofdstuk II van titel V van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof voorziet, stelt het Hof vast dat het door de verzoeker aan het Hof voorgelegde geschil geen betrekking heeft op burgerlijke rechten en verplichtingen noch op het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging.