Vertaling van "stellungnahme des rates müsste somit " (Duits → Nederlands) :

Eine solche Verlängerung bedürfte einer Empfehlung des Rates, die der Stellungnahme der Kommission Rechnung tragen müsste, und wäre in jedem Fall auf Sechs-Monats-Zeiträume begrenzt, die höchstens dreimal verlängert werden könnten, wobei der maximale Zeitraum zwei Jahre beträgt.
Een dergelijke verlenging kan alleen worden toegestaan na een aanbeveling van de Raad, gebaseerd op het advies van de Commissie. De periode kan ten hoogste driemaal met zes maanden worden verlengd en mag in totaal niet meer dan twee jaar bedragen.

vorbehaltlich einer befürwortenden Stellungnahme des Rates müsste somit nach Artikel 18 Absatz 1 ein neuer Absatz 1a mit folgendem Wortlaut eingefügt werden: "Absatz 1 berührt nicht die Befugnis der Mitgliedstaaten, auf die Entschädigung die Bestimmungen des nationalen Steuerrechts anzuwenden, sofern jegliche Doppelbesteuerung vermieden wird".
onder voorbehoud van een positief advies van de Raad moet derhalve na lid 1 van artikel 18 een nieuw lid 1 bis worden toegevoegd dat als volgt luidt: "Lid 1 laat de bevoegdheid van de lidstaten om deze vergoeding te onderwerpen aan de bepalingen van het nationale belastingrecht onverlet, op voorwaarde dat iedere vorm van dubbele belastingheffing wordt vermeden",

vorbehaltlich einer befürwortenden Stellungnahme des Rates müsste somit in Artikel 20 Absatz 1 die Zahl "60" durch die Zahl "63" ersetzt werden;
onder voorbehoud van een positief advies van de Raad moet derhalve in artikel 20, lid 1 "60" vervangen worden door "63",

vorbehaltlich einer positiven Stellungnahme des Rates müsste somit nach Artikel 38 Absatz 1 ein neuer Absatz 1a mit folgendem Wortlaut eingefügt werden: „Absatz 1 berührt nicht die Befugnis der Mitgliedstaaten, diese Entschädigung nach nationalem Recht zu besteuern, sofern jede Form von Doppelbesteuerung vermieden wird.“;
onder voorbehoud van een positief advies van de Raad moet derhalve na lid 1 van artikel 38 een nieuw lid 1 bis worden toegevoegd dat als volgt luidt: "Lid 1 laat de bevoegdheid van de lidstaten om deze vergoedingen te onderwerpen aan de bepalingen van het nationale belastingrecht onverlet, op voorwaarde dat iedere vorm van dubbele belastingheffing wordt vermeden",

vorbehaltlich einer positiven Stellungnahme des Rates müsste Artikel 38 Absatz 1 folgendermaßen lauten: „Dieses Statut tritt nach Zustimmung des Rates mit Beginn der nächsten Wahlperiode in Kraft.“;
onder voorbehoud van een positief advies van de Raad wordt artikel 38, lid 1 als volgt gelezen: "Onderhavig Statuut treedt in werking na goedkeuring van de Raad en bij aanvang van de volgende zittingsperiode". ,

vorbehaltlich einer positiven Stellungnahme des Rates wird somit in Artikel 20 Absatz 1 die Zahl „60“ durch die Zahl „63“ ersetzt;
onder voorbehoud van een positief advies van de Raad moet derhalve in artikel 20, lid 1 het cijfer "60" vervangen worden door het cijfer "63",

« Verstösst Artikel 198bis des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung, eingefügt durch Artikel 11 des Dekrets vom 4. Juni 2003 und in Verbindung mit Artikel 149 § 1 desselben Dekrets, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die abgegebene Stellungnahme bezüglich einer Wiederherstellungsklage, die vor dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik eingeleitet worden ist, über die der Richter aber erst nach dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme befindet, von der Wiederherstellungsklage, so wie diese vom Städtebauinspektor eingeleitet wurde, abweicht und somit nicht gleichlautend ist, und diese Stellungnahme für den Städtebauinspektor nicht verbindlich wäre, während die verbindliche Beschaffenheit der abgegebenen Stellungnahmen in Bezug auf nach dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme eingeleitete Wiederherstellungsklagen kraft Artikel 149 § 1 desselben Dekrets wohl für den Städtebauinspektor gilt?
« Schendt artikel 198bis van het decreet [.] van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals ingevoegd bij artikel 11 van het decreet van 4 juni 2003 en samen gelezen met artikel 149, § 1, van datzelfde decreet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het advies, dat is verleend voor een herstelvordering die is ingeleid voor de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid maar waarover de rechter pas na de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies uitspraak doet, afwijkt van de herstelvordering zoals ingeleid door de Stedenbouwkundige Inspecteur en derhalve niet eensluidend is, en dit advies de Stedenbouwkundige Inspecteur niet zou binden, terwijl het bindend karakter voor adviezen verleend voor herstelvorderingen ingeleid na de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies wel geldt voor de Stedenbouwkundige Inspecteur krachtens artikel 149, § 1, van datzelfde decreet ?

« Verstösst Artikel 198bis des Dekrets vom 18hhhhqMai 1999 über die Organisation der Raumordnung, eingefügt durch Artikel 11 des Dekrets vom 4hhhhqJuni 2003 und in Verbindung mit Artikel 149 § 1 desselben Dekrets, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem die abgegebene Stellungnahme bezüglich einer Wiederherstellungsklage, die vor dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme des Hohen Rates für die Wiederherstellungspolitik eingeleitet worden ist, über die der Richter aber erst nach dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme befindet, von der Wiederherstellungsklage, so wie diese vom Städtebauinspektor eingeleitet wurde, abweicht und somit nicht gleichlautend ist, und diese Stellungnahme für den Städtebauinspektor nicht verbindlich wäre, während die verbindliche Beschaffenheit der abgegebenen Stellungnahmen in Bezug auf nach dem Inkrafttreten der Bestimmungen bezüglich der gleichlautenden Stellungnahme eingeleitete Wiederherstellungsklagen kraft Artikel 149 § 1 desselben Dekrets wohl für den Städtebauinspektor gilt?
« Schendt artikel 198bis van het decreet [.] van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals ingevoegd bij artikel 11 van het decreet van 4 juni 2003 en samen gelezen met artikel 149, § 1, van datzelfde decreet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het advies, dat is verleend voor een herstelvordering die is ingeleid voor de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies van de Hoge Raad voor het Herstelbeleid maar waarover de rechter pas na de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies uitspraak doet, afwijkt van de herstelvordering zoals ingeleid door de Stedenbouwkundige Inspecteur en derhalve niet eensluidend is, en dit advies de Stedenbouwkundige Inspecteur niet zou binden, terwijl het bindend karakter voor adviezen verleend voor herstelvorderingen ingeleid na de inwerkingtreding van de bepalingen met betrekking tot het eensluidend advies wel geldt voor de Stedenbouwkundige Inspecteur krachtens artikel 149, § 1, van datzelfde decreet ?

Der Rat erteilte auf der Grundlage einer gemeinsamen Stellungnahme des Beschäftigungsausschusses und des Ausschusses für Wirtschaftspolitik seine Zustimmung zum Vorschlag für eine Entscheidung über die Leitlinien für die beschäftigungspolitischen Maßnahmen der Mitgliedstaaten im Jahr 2002; somit kann der Text dem Europäischen Rat in Laeken unterbreitet und auf einer der künftigen Tagungen des Rates förmlich angenommen werden.
Op basis van een gezamenlijk advies van het Comité voor de werkgelegenheid en het Comité voor economische politiek heeft de Raad zijn goedkeuring gehecht aan het voorstel voor een besluit betreffende de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor de lidstaten voor 2002, met het oog op toezending van de tekst aan de Europese Raad van Laken en formele aanneming tijdens een latere Raadszitting.

Der Rat erlässt zu gegebener Zeit im Interesse des Gemeinsamen Marktes auf Vorschlag der Kommission und nach Stellungnahme des Europäischen Parlaments und des Wirtschafts- und Sozialausschusses einstimmig entsprechende Richtlinien, die darauf hinzielen, das gemeinsame Mehrwertsteuersystem zu vervollständigen und insbesondere die abweichenden Maßnahmen der Mitgliedstaaten schrittweise einzuschränken oder zu beseitigen, um zu einer Übereinstimmung der nationalen Mehrwertsteuersysteme zu gelangen und somit die Verwirklichung des in Artikel 4 der ersten Richtlinie des Rates vom 11. April 1967 genannten Zieles vorzubereiten.
De Raad stelt te zijner tijd , op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en het Economisch en Sociaal Comité , in het belang van de gemeenschappelijke markt , met eenparigheid van stemmen , passende richtlijnen vast ter aanvulling van het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde , met name door de geleidelijke beperking of door intrekking van de van dit stelsel afwijkende maatregelen van de Lid-Staten , ten einde de nationale stelsels van belasting over de toegevoegde waarde steeds nader tot elkaar te doen komen , zulks ter voorbereiding van de tenuitvoerlegging van de in artikel 4 van de eerste richtlijn van de Raad van 11 april 1967 omschreven doelstelling .